4. Voedingsgewoonten

Les 2 Mens en Gezondheid
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Les 2 Mens en Gezondheid

Slide 1 - Diapositive

Les 2 Mens en Gezondheid
Bedenk wat je in de vorige les hebt geleerd en onthouden. 
Vul in de volgende slide de woordweb in.

Slide 2 - Diapositive

voeding

Slide 3 - Carte mentale

Les:  Mens en Gezondheid
- Kort herhaling van de vorige les:

  • Voedingsstoffen en de functies daarvan
  • Energiebalans
  • Micro en Macrovoedingsstoffen (vitaminen, mineralen, eiwitten, koolhydraten, vetten.
  • De schijf van vijf

- Deze les  leer je uit hoofdstuk 2: Voedingsgewoonten

Slide 4 - Diapositive

Hoofdstuk 2 voedingsgewoonten
Vandaag is het doel:
- Leren over voedingsgewoonten

Slide 5 - Diapositive

Hoofdstuk 2 voedingsgewoonten
Elk land heeft haar eigen eetgewoontes

Bijvoorbeeld: In Nederland is het een gewoonte je bord leeg te eten in andere landen is het soms "respectvoller" dit niet te doen. Je geeft dan namelijk aan dat je te weinig hebt gehad... 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Wat is jouw voedingsgewoonte?

Slide 8 - Question ouverte

 Vegetariërs, pescotariërs en veganisten
Vegetariër: mensen die geen vlees en vis eten.

Pescotariër: mensen die geen vlees maar wel vis eten.

Veganist: gebruiken geen dierlijke producten.

Slide 9 - Diapositive

 geloof religie en voeding
  • Islam
  • Jodendom
  • Hindoeïsme
  • Boeddhisme
  • Christendom

Slide 10 - Diapositive

Islam
  • Een moslim eet geen varkensvlees en alle daaruit voortkomende bijproducten
  • Een moslim mag ook geen alcohol drinken.
  • Een moslim mag alleen vlees eten van een rein en ritueel geslacht dier. Dit wordt ‘halal’ genoemd.
  • Moslims houden zich aan de ramadan. Tijdens de ramadan mag tijdens zonopkomst en zonsondergang niet gegeten en gedronken worden.

Slide 11 - Diapositive

Jodendom
  • Joden eten voedsel dat ‘koosjer’ wordt genoemd.
  • Koosjer betekent ‘geoorloofd’. Dit eten is in overeenstemming met de spijswetten (Rode m&m)
  • Koosjer zijn alle dieren met gespleten hoeven die herkauwen
  • Joodse mensen kennen een aantal dagen waarop ze vasten 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Hindoeisme
  • Veel oudere Hindoestanen eten vegetarisch omdat alles wat leeft als heilig wordt beschouwd.
  • Bij religieuze feesten wordt in de regel vegetarisch gegeten. 
  • Hindoes vasten bij religieuze bijeenkomsten en bij sterfgevallen.
  • Hindoes eten geen producten afkomstig van de koe.

Slide 14 - Diapositive

Christendom
  • Christenen mogen alles eten, want zij geloven dat het kwaad niet van buiten maar van binnen komt.

Slide 15 - Diapositive

Wat weet je over geloof religie en voeding?

Slide 16 - Question ouverte

Hoofdstuk 2
Eetstoornissen
Als eten je leven gaat beheersen en je nergens anders meer aan denkt, en als je je daarmee
niet gelukkig voelt, dan kan er sprake zijn van een eetstoornis.

Kenmerken van anorexia zijn:
  • Gewichtsverlies en ondergewicht
  • Het wegblijven van de menstruatie
  • Angst hebben om aan te komen
  •  Vooral in de beginfase ontkenning van het probleem
  •  Negatief beeld hebben van zichzelf en het uiterlijk
  •  Het vaak koud hebben, de slaap wordt negatief beïnvloed
  •  Extreem veel sporten
  •  Concentratieproblemen en geheugenproblemen
  •  Gemiddeld duurt anorexia 6 jaar




Slide 17 - Diapositive

Hoofdstuk 2
Eetstoornissen
Als eten je leven gaat beheersen en je nergens anders meer aan denkt, en als je je daarmee
niet gelukkig voelt, dan kan er sprake zijn van een eetstoornis.

Kenmerken van boulimia nervosa zijn:
  • Vasten uit intense angst om dik te worden
  • Eetbuien: veel eten in weinig tijd
  • Ongecontroleerde drang hebben om te eten
  • Veel calorierijke producten eten
  • Door braken of met laxeermiddelen het overmatig eten wegwerken
  • Last hebben van eenzaamheid, depressiviteit en schuldgevoelens




Slide 18 - Diapositive

Hoofdstuk 2
Obesitas
Obesitas wordt ook wel zwaarlijvigheid genoemd. Het houdt in dat je ernstig overgewicht
hebt. 
Obesitas ontstaat door een verstoorde energiebalans. Je neemt dus meer calorieën in dan
dat je verbruikt. Als je een langere tijd meer calorieën inneemt dan verbruikt, worden deze
calorieën omgezet in vetweefsel en dit leidt tot overgewicht.

Obesitas heeft nadelige gevolgen voor de gezondheid. Je hebt obesitas wanneer je BMI
(Body Mass Index) hoger dan 30 is.
De BMI is een getal dat een indicatie geeft of je lichaam te zwaar is. Dit getal wordt berekend
op basis van je lichaamsgewicht en je lichaamslengte.
 Bijvoorbeeld: Als je bijvoorbeeld 65 kilo weegt en je bent 1,70 meter lang, dan bereken je je BMI als volgt: 65 kilo / (1,70 x 1,70 meter) = 22,5.




Slide 19 - Diapositive

Hoofdstuk 2
Wie heeft er vragen over deze les?

Maak de opdrachten 1 t/m 14 in je werkboek (blz 37 - 50). 

Slide 20 - Diapositive

Wat vinden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage