3h herhalingsles 3Hd

Welkom!

- 5 minuten lezen in leesboek

- Nakijken huiswerkopdrachten

- Quizje: wat weten we al?

- Huiswerkopdrachten maken
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom!

- 5 minuten lezen in leesboek

- Nakijken huiswerkopdrachten

- Quizje: wat weten we al?

- Huiswerkopdrachten maken

Slide 1 - Diapositive

timer
5:00

Slide 2 - Diapositive

Ik heb al geleerd voor de toets van de toetsweek:
- Verbanden en signaalwoorden
- Lezen H1 t/m H4
- Woorden van de woordenlijst
010

Slide 3 - Sondage

Oefenen vaste tekststructuren

Slide 4 - Diapositive

Van welke vaste tekststructuur is sprake als de tekst als volgt is opgebouwd?
Inleiding: vraag
Middenstuk: antwoord(en)
Slot: samenvatting of conclusie

A
aspectenstructuur
B
verleden/heden/(toekomst)structuur
C
verklaringsstructuur
D
vraag/antwoordstructuur

Slide 5 - Quiz

Van welke vaste tekststructuur is sprake als de tekst als volgt is opgebouwd?
Inleiding: bepaald verschijnsel
Middenstuk: kenmerken/voorbeelden
verklaring(en)/oorza(a)k(en)/reden(en)
Slot : samenvatting

A
aspectenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
probleem/oplossingstructuur
D
voor- en nadelen structuur

Slide 6 - Quiz

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan als de tekst een voor- en nadelenstructuur heeft?
Inleiding: onderwerp, vraag of stelling
Middenstuk: voor- en nadelen
Slot : ?
A
samenvatting
B
toekomstverwachting
C
afweging en conclusie
D
de beste oplossing

Slide 7 - Quiz

Oefenen woordenschat

Slide 8 - Diapositive

afremmen, onaantrekkelijk maken
A
rariteit
B
waken
C
ontmoedigen
D
betuttelen

Slide 9 - Quiz

voortbestaan, voortgang
A
continuïteit
B
imago
C
concept
D
globalisering

Slide 10 - Quiz

betwistbaar, ongefundeerd
A
duidelijk
B
arbitrair
C
concept
D
symboliseren

Slide 11 - Quiz

zichzelf schaden, door onvoorzichtigheid in moeilijkheden komen
A
zich een stuk in de kraag drinken
B
waken
C
een doorn in het oog
D
zijn vingers branden

Slide 12 - Quiz

begrip, idee, denkbeeld
A
integratie
B
concept
C
aanzet
D
pit

Slide 13 - Quiz

vertegenwoordigend
A
representatief
B
legitimatie
C
aanzet
D
desalniettemin

Slide 14 - Quiz

ergens op wacht staan
A
behoeden
B
betuttelen
C
imago
D
posten

Slide 15 - Quiz

grondwettelijk; in overeenstemming met de grondwet
A
legitimatie
B
representatief
C
constitutioneel
D
symboliseren

Slide 16 - Quiz

achteruit gaan, minder worden
A
teruglopen
B
procederen
C
verankeren
D
emeritus

Slide 17 - Quiz

Oefenen signaalwoorden
en verbanden

Slide 18 - Diapositive

Van welk verband is sprake in de volgende zin?
Hij gaat morgen naar zijn vakantiehuis toe.
A
chronologisch
B
tegenstellend
C
redengevend
D
oorzakelijk

Slide 19 - Quiz

Van welk verband is sprake in de volgende zin?

Doordat de bovenleiding kapot is, rijden er geen treinen tussen Nijmegen en Boxmeer.
A
opsommend
B
tegenstellend
C
redengevend
D
oorzakelijk

Slide 20 - Quiz

Welk signaalwoord hoort bij
een opsommend verband?
A
daarna
B
echter
C
doordat
D
daarnaast

Slide 21 - Quiz

Aan de slag...

Maak de tests van lezen H3 en H4 (blz. 133 +  176) 

Lever de opdracht voor de volgende les in via:
ELO - Opdrachten - Nederlands - Huiswerkopdrachten 3Hd

Slide 22 - Diapositive