3.2 Temperatuurverschillen op aarde

3.2 Temperatuurverschillen op aarde 
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Klimaten op lage breedte
Klimaten op lage breedte liggen dicht bij de evenaar.
Van de evenaar richting de polen kom je de volgende klimaten tegen:
  • Tropisch regenwoudklimaat
  • Savanneklimaat
  • Steppeklimaat
  • Woestijnklimaat

Slide 4 - Diapositive

Tropisch regenwoudklimaat = Hier is het altijd warmer dan 18 graden Celsius en het regent er in alle seizoenen.
Savanneklimaat = Dit klimaat wordt gekenmerkt door een temperatuur die altijd hoger is dan 18 graden Celsius en een droge en een natte tijd.
Steppeklimaat = Klimaat met hoge temperaturen en weinig neerslag, waardoor de begroeiing beperkt blijft tot gras.
Woestijnklimaat = Een klimaat in gebieden waar het meestal erg warm en droog is.

Slide 5 - Diapositive

Klimaten op hoge breedte
Gebieden die dichter bij de Noord- of Zuidpool liggen liggen op hoge breedte.
Klimaten op hoge breedte:
  • Landklimaat
  • Gematigd zeeklimaat
  • Toendraklimaat
  • Poolklimaat

Slide 6 - Diapositive

Landklimaat = Een klimaat met strenge winters en warme zomers.

Poolklimaat = Klimaat met vrijwel altijd temperaturen onder nul en sneeuw of ijsbedekking.

Gematigd zeeklimaat = Een klimaat zoals in Nederland, met zachte winters en koele zomers en het hele jaar neerslag.

Toendraklimaat = Klimaat waarin zelfs in de zomer de temperatuur niet boven de 10 graden Celsius komt.

Slide 7 - Diapositive

3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

Slide 8 - Diapositive

Atmosfeer: luchtlaag rondom de aarde 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hoe hoger je gaat, hoe ....
A
warmer het wordt
B
kouder het wordt
C
temperatuur blijft hetzelfde

Slide 11 - Quiz

Hoe hoger, hoe kouder 
per 1000meter wordt het 6°C kouder

Slide 12 - Diapositive

Langere afstand door atmosfeer, grotere
 oppervlak verwarmen 

Slide 13 - Diapositive

Op hoge breedte is het kouder/warmer dan op lage breedte?
A
kouder
B
warmer

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Op welke breedte is deze 'foto' gemaakt?
A
hoge breedte
B
lage breedte

Slide 16 - Quiz

Verschil in invalshoek 

Slide 17 - Diapositive

minimumtemperatuur en maximumtemperatuur 

Slide 18 - Diapositive

Het klimaat is het gemiddelde weer over een periode van ..... jaar
A
10
B
20
C
30
D
40

Slide 19 - Quiz

Je bent in de Alpen op vakantie, je gaat een bergwandeling maken. In het dal op 1000 meter is het 20°C. Hoe warm is het op 3500 meter?

Slide 20 - Question ouverte

En nu?
- Lees de tekst van 3.2 goed door!
- Maak de opdrachten van 3.2 online

Slide 21 - Diapositive