Frequentie en Trillingstijd 2

Rormules, grootheden en eenheden- geluid

materialen:
- Rekenmachine
- Papier
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Rormules, grootheden en eenheden- geluid

materialen:
- Rekenmachine
- Papier

Slide 1 - Diapositive

Wat is het symbool voor trillingstijd?
A
F
B
T
C
t
D
f

Slide 2 - Quiz

De eenheid van trillingstijd is in seconden.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 3 - Quiz

Welke grootheid hoort er bij 450 Hz?
A
trillingstijd
B
frequentie
C
snelheid
D
trillingen per minuut

Slide 4 - Quiz

Welke grootheid hoort bij 12 kHz.
A
trillingstijd
B
lengte
C
frequentie
D
decibel

Slide 5 - Quiz

Welke eenheid hoort bij de volgende definitie?
Het aantal trillingen per seconde.
A
seconde
B
hertz
C
milliseconde
D
kilohertz

Slide 6 - Quiz

HZ is de juiste afkorting van hertz
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Hoe bereken je de trillingstijd?
A
frequentie1
B
1frequentie
C
s1
D
1s

Slide 8 - Quiz

Welke eenheid hoort bij de volgende definitie?
De tijd die een trilling duurt.
A
uur
B
minuut
C
seconde
D
miliseconde

Slide 9 - Quiz

De trillingstijd van een geluid van
20 000 Hz is 0,05 s.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quiz

De trillingstijd van een geluid van 20kHz is 0,05 ms.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quiz

De frequentie is 2 Hz. Wat is de trillingstijd?
A
0,5 s
B
0,05 s
C
5 s
D
50 s

Slide 12 - Quiz