KGT C6 Form §2 L1

Cursus 6 Formuleren blz. 216> verwijzen
*Lesdoel: 
Je weet wat verwijswoorden zijn en hoe je de juiste kiest in een zijn. 

* Vorige les: voegwoorden
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Cursus 6 Formuleren blz. 216> verwijzen
*Lesdoel: 
Je weet wat verwijswoorden zijn en hoe je de juiste kiest in een zijn. 

* Vorige les: voegwoorden

Slide 1 - Diapositive

Waarom gebruik je in een tekst verwijswoorden?

Slide 2 - Question ouverte

Welke verwijswoorden ken jij?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Diapositive

Verwijswoorden...
A
geven een verband aan in de tekst.
B
geven een eigenschap aan.
C
geven aan dat iets van iemand is.
D
verwijzen naar iets in de tekst.

Slide 5 - Quiz

Je gebruikt verwijswoorden om...
A
... het moeilijker te maken voor de lezer.
B
... de tekst korter te maken.
C
... meer afwisseling in de tekst te krijgen.

Slide 6 - Quiz

Wat doet een verwijswoord?
A
Een verwijswoord verwijst je naar de volgende tekst.
B
Een verwijswoord verwijst naar iets dat eerder in de tekst genoemd is.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn verwijswoorden ?
A
de
B
deze
C
zij
D
dat

Slide 8 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 9 - Quiz

Welke verwijswoorden gebruik je bij het-woorden?
Welke verwijswoorden gebruik je bij de-woorden?
A
dit
B
deze
C
die
D
dat

Slide 10 - Quiz

Zelfstandig werken of instructiegroep 

Basisstof: 
* Cursus 6 §2 blz. 216> maken opdracht 1 t/m 6 in je werkboek en schrift.

Klaar?
KWT
timer
25:00

Slide 11 - Diapositive

Evaluatie





Wat ging er goed deze les?

Slide 12 - Diapositive

De persoonsvorm is altijd een...
A
werkwoord
B
een persoon

Slide 13 - Quiz