snelheid (basis)

snelheid (basis)
Leerwerkboek B
blz 158
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

snelheid (basis)
Leerwerkboek B
blz 158

Slide 1 - Diapositive

Programma
Herhalen krachten (quizizz)
Nakijken (paragraaf 2)
Test jezelf paragraaf 2

Herhalen snelheid (quizizz)
Nakijken (paragraaf 3)
Test jezelf paragraaf 3



Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat voor beweging kracht nodig is.
Je kunt aangeven welke twee wrijvingskrachten een beweging tegenwerken
Je kunt rekenen met tijd en afstand
Je kunt de gemiddelde snelheid van een voertuig uitrekenen
Je kunt de snelheden omrekenen. 

Slide 3 - Diapositive

Herhalen paragraaf 2 (quizizz)
Quizizz

Nakijken met een andere kleur pen/potlood



Slide 4 - Diapositive

Welke kracht geeft de letter A aan?
A
Luchtwrijving
B
motorkracht
C
zwaartekracht
D
opwaartse kracht

Slide 5 - Quiz

Een vliegtuig gaat sneller als de motorkracht .... is dan de luchtweerstand
A
groter
B
kleiner

Slide 6 - Quiz

Een vliegtuig daalt als de opwaartse kracht ... is dan de zwaartekracht.
A
groter
B
kleiner

Slide 7 - Quiz

Als iets beweegt, is er altijd een wrijvingskracht.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Wordt de wrijvingskracht groter, dan wordt de snelheid kleiner
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Door training krijg je meer ....
A
veerkracht
B
spierkracht
C
motorkracht
D
zwaartekracht

Slide 10 - Quiz

Vallen komt door de ...
A
veerkracht
B
spierkracht
C
motorkracht
D
zwaartekracht

Slide 11 - Quiz

Een autootje met een veermotor rijdt door ...
A
veerkracht
B
spierkracht
C
motorkracht
D
zwaartekracht

Slide 12 - Quiz

Een scooter beweegt door ...
A
veerkracht
B
spierkracht
C
motorkracht
D
zwaartekracht

Slide 13 - Quiz

Wat is de beste manier om snel te stoppen met een scooter?
A
Alleen met de rem op het achterwiel remmen
B
Alleen met de rem op het voorwiel remmen
C
De motor uitzetten
D
Remmen op beide wielen

Slide 14 - Quiz

Twee wrijvingskrachten zijn?
A
Motorkracht en windkracht
B
Rolweerstand en luchtweerstand
C
Spierkracht en veerkracht
D
Waterkracht en zwaartekracht

Slide 15 - Quiz

Herhalen paragraaf 3 (quizizz)
Nakijken met een andere kleur pen/potlood

Vragen beantwoorden in lesson up



Slide 16 - Diapositive

Wat is de formule om het gemiddelde snelheid uit te rekenen?

Slide 17 - Question ouverte

Simon schaatst 500m in 34 seconden. Bereken zijn gemiddelde snelheid in m/s.

Slide 18 - Question ouverte

Joke fietst in een half uur van school naar huis. De afstand is van school naar huis is 9 km. Bereken de gemiddelde snelheid in km/h

Slide 19 - Question ouverte

Hoe kan je omrekenen van km/h naar m/s
A
x 3,6
B
/ 3,6

Slide 20 - Quiz

Gerda rijdt met een snelheid van 30 km/h. Wat is haar snelheid in m/s?
A
0,12 m/s
B
8,3 m/s
C
12 m/s
D
30 m/s

Slide 21 - Quiz

Grootheid
Eenheid
Afkorting
Meter
seconden
kilometer per uur
tijd
afstand
snelheid
km/h
m
s

Slide 22 - Question de remorquage