4.5 Geleedpotigen en gewervelden

BS 4.5 Geleedpotigen en gewervelden
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

BS 4.5 Geleedpotigen en gewervelden

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen bij Thema 4 Ordening

4.1.1   Je kunt een tijdbalk van het leven op aarde en een stamboom van organismen aflezen.
4.2.1 Je kunt organismen indelen door te kijken naar gemeenschappelijke kenmerken.
4.2.2 Je kunt de kenmerken noemen van de cellen van bacteriën, schimmels, planten en dieren.
4.3.1  Je kunt de kenmerken van bacteriën noemen.
4.3.2 Je kunt de kenmerken van schimmels noemen.
4.3.3 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels nuttig zijn voor de mens en de natuur. (SE)
4.3.4 Je kunt beschrijven hoe bacteriën en schimmels schadelijk kunnen zijn voor mensen. (SE)
4.4.1 Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
4.4.2 Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.
4.5.1 Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.
4.5.2 Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
4.6.1  Je kunt een determineertabel van organismen gebruiken.



Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Vidéo

Geleedpotigen
4.5 Geleedpotigen en gewervelden

Slide 8 - Diapositive

Leerdoelen

  • Je kunt geleedpotigen indelen door te kijken naar het aantal segmenten en het aantal poten.
  • Je kunt gewervelden indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.

Slide 9 - Diapositive

1. Geleedpotigen
- Hebben een uitwendig skelet (pantser)
-Vervellen om te kunnen groeien
- Opgebouwd uit: leden.
- Het lichaam bestaat uit: segmenten
- 4 groepen: 
Veelpotigen, kreeftachtigen, spinachtigen en insecten

Slide 10 - Diapositive

Veelpotigen
  • Het hele lichaam is gesegmenteerd
  • Aan elk segment zitten poten

Slide 11 - Diapositive

Kreeftachtigen
  • 10 of meer poten

  • Bestaat uit: 
    - Kopborststuk en achterlijf 
- Achterlijf bestaat uit segmenten

Slide 12 - Diapositive

Spinachtigen
  • 8 poten

  • Bestaat uit:
kopborststuk en achterlijf

Slide 13 - Diapositive

Insecten
  • 6 poten

  • Bestaat uit:
    kop, borststuk en achterlijf

Slide 14 - Diapositive

2. Gewervelden
Hebben een wervelkolom
= een inwendig skelet

5 groepen:
Amfibiën, vissen, reptielen, vogels en zoogdieren

Slide 15 - Diapositive

Hoe deel je een gewervelde in?
  • Huid: heeft het dier schubben, slijm, veren of haren?
  • Lichaamstemperatuur: warmbloedig/koudbloedig?
  • Ademhalingsorganen: kieuwen, longen, huid?
  • Voortplanting: eieren (zonder schaal, leerachtige schaal of kalkschaal) of geen eieren

Slide 16 - Diapositive

Lichaamstemperatuur:
Koud of warmbloedig

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Vissen

  • Huid bedekt met schubben met slijm
  • Koudbloedig
  • Ademt met kieuwen
  • Eieren zonder schaal
  • Leven in het water

Slide 19 - Diapositive

Amfibiën

  • Huid bedekt met slijm
  • Koudbloedig
  • Ademt eerst met kieuwen en later met longen en huid
  • Eieren zonder schaal

  • Leeft in water en op het land

Slide 20 - Diapositive

Reptielen

  • Huid bedekt met droge schubben
  • Koudbloedig
  • Ademt met longen
  • Eieren met leerachtige schaal
  • Leeft op land

Slide 21 - Diapositive

Vogels

  • Huid bedekt met veren
  • Warmbloedig

  • Ademt met longen
  • Eieren met kalkschaal
  • Leeft in de lucht

Slide 22 - Diapositive

Zoogdieren

  • Huid bedekt met haren
  • Warmbloedig
  • Ademt met longen
  • Levendbarend
  • Leeft op het land

Slide 23 - Diapositive

Aan de slag!
Maak opdracht 1,2,4,8,9

Strijders: 5

Slide 24 - Diapositive

Quizje?

Slide 25 - Diapositive

Roy zegt: Bacteriën planten
zich voort door deling

Emily zegt: Bacteriën voeden zich met dode resten van organismen
A
beide waar
B
beide niet waar
C
Roy: waar Emily: niet waar
D
Roy: niet waar Emily: waar

Slide 26 - Quiz

Van wie is welke cel?
Dier
Schimmel
Bacterie
Plant

Slide 27 - Question de remorquage


De zee-egel is
A
niet symmetrisch
B
tweezijdig symmetrisch
C
veelzijdig symmetrisch
D
tri-symmetrisch

Slide 28 - Quiz

Zaadplant
Sporenplant

Slide 29 - Question de remorquage

Neteldier
Schimmels
Geleedpotigen
Stekelhuidigen
Zaadplanten
Gewervelden
Sporenplant

Slide 30 - Question de remorquage

Wie zijn meer verwant: Geleedpotigen en holtedieren of geleedpotigen en stekelhuidigen
A
Stekelhuidigen
B
Holtedieren
C
Beide hetzelfde

Slide 31 - Quiz

Planten zijn:
A
eencellig
B
meercellig
C
eencellig of meercellig

Slide 32 - Quiz

Een bacterie is een:
A
prokaryoot
B
eukaryoot

Slide 33 - Quiz


Wie legt eieren zonder schaal om zich voort te planten?
A
vissen en reptielen
B
reptielen en amfibieën
C
amfibieën en vissen
D
vissen, amfibieën en reptielen

Slide 34 - Quiz



De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kieuwen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid

Slide 35 - Quiz