Feit mening en argumenten 2F

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De betekenis van deze begrippen op een rijtje...

Feiten: een feit kun je controleren.
Meningen: een mening is iets wat iemand vindt. Je kan een mening niet altijd controleren want een mening kan bij de een anders zijn dan bij de ander.
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt, je verdedigt daarmee je mening.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit of mening

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een feit:

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een mening:

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument
..., je gaat op tijd naar bed, want morgen moet je naar school.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

een argument:

Slide 22 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Argumenten kun je herkennen aan signaalwoorden. Woorden als want, omdat, en immers geven aan dat er een argument volgt.

Of aan de woorden ik vind....., ik ben van mening...

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat hier een feit, mening of argument?

Je moet je stem laten horen op 15 maart!
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde les

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Drogredenen
Een drogreden lijkt op het eerste gezicht een heel aannemelijk argument. Toch is een drogreden een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd. Wanneer het je lukt om drogredenen te herkennen, zal je kritischer worden als het gaat om uitspraken die andere mensen doen. Kijk maar eens met een kritisch oog naar politieke debatten; ook hier worden veel drogredenen gebruikt!

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werklozen zijn te beroerd om te werken, dat zie je wel aan mijn buurman.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 31 - Quiz

Op basis van te weinig gegevens stelt iemand een algemene regel vast
Supermarktmedewerkers moeten niet klagen als ze overuren maken, want winkeliers werken ook op koopavonden en zaterdag
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredening
D
overhaaste generalisatie

Slide 32 - Quiz

er worden dingen met elkaar vergeleken die eigenlijk niet te vergelijken zijn
Iemand die niet vooraf een proefexamen maakt, haalt een slecht resultaat. Jim heeft een onvoldoende, dus hij heeft het proefexamen niet gemaakt.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 33 - Quiz

Een foute conclusie trekken; een verkeerde voorstelling van oorzaak en gevolg.
“Ik ben geen dief, want ik steel niet.”
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
verkeerde vergelijking
C
cirkelredenering
D
overhaaste generalisatie

Slide 34 - Quiz

Een spreker of schrijver gebruikt bij een cirkelredenering de bewering als het argument zelf. Vaak geeft de spreker of schrijver een definitie of omschrijving van de bewering in zijn argument, zoals in onderstaand voorbeeld een niet-kleptomaan per definitie niet steelt.
Dat hoef ik niet te bewijzen, dat is gewoon zo!
A
Goedemiddag, Gisteren hebben wij in onze 4vwo-jaarlaag de jij-toets leesvaardigheid 43F-4F afgenomen. Ik heb de resultaten gedownload naar een Excelbestand en nu probeer ik de resultaten te analyseren. Hierover heb ik een aantal vragen: Wat is het verschil tussen het percentage en de ontwikkelscore? Welk niveau/percentage/ontwikkelscore kan ik als gewenst aanhouden voor het einde van klas 4V en het einde van klas 5V? Welk niveau/percentage/ontwikkelscore kan ik als gewenst aanhouden voor het einde vanklas 3-havo en klas 4-havo>? Zijn de waardes van de benchmarkt een vaststaand gegeven en gaan zijn mee in de (afnemende) resultaten van 'de Nederlandse leerling'. Hebben jullie ook adviezen voor bijspijkerprogramma's? Graag verneem ik jullie reactie. Als jullie mij liever telefonisch te woord staan, vind ik dat ook prima.
B
Beroep op traditie
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.
A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Verkeerde vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederland stelt niets voor, want het is maar een klein kikkerlandje.

A
Onjuist beroep op autoriteit
B
Onjuiste vergelijking
C
Persoonlijke aanval
D
Ontduiken van bewijslast

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Conclusie
Een drogreden lijkt op het eerste gezicht heel aannemelijk. Toch is een drogreden een voorbeeld van foutieve argumentatie. Het standpunt wordt namelijk niet of niet geldig onderbouwd. Wanneer het je lukt om drogredenen te herkennen, zal je kritischer worden als het gaat om uitspraken die andere mensen doen. Kijk maar eens met een kritisch oog naar politieke debatten; ook hier worden veel drogredenen gebruikt!

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions