Week 21 2TL Duits

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Programm

Planung

Sprechen

Aufgaben

Rückblick

Planung für heute

Sprechen

• Redemittel hören
• Üben
• Gespräch vorbereiten

    

     

         

       

Redemittel

Lees en luister mee naar de Redemittel op blz. 148

Welke zinnen zijn onduidelijk?

Aufgabe 18 Seite 148

• Werk samen
• Maak het gesprekje compleet
• Zoek de zinnen in de Redemittel

Aufgabe 19 Seite 148

Je gaat zo een gesprekje bedenken nav een situatie

• Werk samen
• Gebruik de zinnen uit de Redemittel

Oefen je gesprekje

Aussprache

Seite 146

Waarom denk jij dat lachen gezond is?

Welke Duitse woorden ken jij al rondom de begrippen *lachen* en *gezond*?

Video

we bekijken straks een korte video over waarom het gezond is te lachen. Geef na het kijken antwoord op de vragen.

Link

Wat gebeurt er in de longen als je lacht?

Wat zijn de overeenkomsten tussen lachen en sporten?

Wat gebeurt er in de hersenen als je lacht? Wat heeft dat voor effect?

Welke tip geeft het filmpje op het einde?

Wie kent der Grüffelo?

• kinderboek
• vooral bekend in Duitsland
• fabelachtig

Video

Kijk de video en geef antwoord in LessonUp tijdens het kijken

00:34

Wat zijn Hauer und Klauen ?

01:31

Waar treft de muis de Grüffelo

1. onder aan de boom
2. boven op de berg
3. bij het riviertje
4. onder aan het meertje

02:22

Hoe worden de ogen van de Grüffelo door de muis omschreven?

02:41

Wat zegt de muis?

1. de Grüffelo komt naar het bos
2. de Grüffelo bestaat niet
3. de slang is bang voor de muis
4. de muis is bang voor de Grüffelo

03:15

Wat is het lievelingsgerecht van de Grüffelo?

03:35

Wat heeft de muis de Grüffelo wijs gemaakt?

05:07

Welke zin past het best bij dit verhaal?

1. verzin een verhaal om mensen bang te maken
2. liegen is een uitstekend idee
3. klein, maar fijn
4. wie niet sterk is moet slim zijn

Stel. Je mag 1 ding in het verhaal veranderen. Wat zou dan de uitkomst van het verhaal zijn?

Programm

Planung

Üben

Aufgaben

Rückblick

Planung für heute

Wiederholung Grammatik

- voltooid deelwoord

Aufgaben 3 bis 8

    

     

         

       

het voltooid deelwoord 

Kijk naar de onderstaande zinnen

Ik heb brood gegeten.

Piet heeft de pop gemaakt.

Saskia heeft de fiets gemaakt.

Jan is naar Enschede gegaan.

Hoe maak je de zinnen in een verleden tijd?

Kijk naar de onderstaande zinnen.

Ik heb  een  appel gekocht  

Ich habe  einen Apfel gekauft

Ik heb de hele nacht gespeeld 
Ich habe die ganze Nacht gespielt

Het voltooid deelwoord van het werkwoord kaufen is

1. gekauft
2. gekaufd
3. kauft
4. kaufen

Het voltooid deelwoord van het werkwoord wohnen is

1. wohnen
2. gewohnd
3. gewohnt
4. wohnt

Het voltooid deelwoord van het werkwoord machen is

1. macht
2. gemacht
3. machen
4. gemachd

Het voltooid deelwoord van het werkwoord spielen is

1. gespielt
2. spielt
3. gespield
4. spield

Ich habe lange ...

1. gewart
2. gewartet
3. gewarten

Er hat viel ...

1. geret
2. geredet
3. gereden

Ik heb gegeten

Zij heeft gedronken

Aufgaben 

Aufgabe 3 auf Seite 140

Aufgabe 4 auf Seite 142

Aufgabe 5 auf Seite 142

Aufgabe 6 auf Seite 143

Aufgabe 7 auf Seite 143

Hebben jullie vorige week al aan gewerkt. Moeten voor volgende les af!

Hören Auf 10 S. 144

Hören Aufgabe 11 S. 145