A22 - Donnerstag, den 9.6.2022

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Donnerstag, den 9.6.2022

der 1. Fall und der 4. Fall

1. Welk zinsdeel staat in de 1e naamval?
Meine Schwester hat die neue Grammatik erklärt.

1. hat
2. hat erklärt
3. meine Schwester
4. die neue Grammatik

2. Welk zinsdeel staat in de 4e naamval?
Der Lehrer hat eine tolle Geschichte (v) erzählt.

1. hat
2. hat erzählt
3. der Lehrer
4. eine tolle Geschichte

3. Wat is de goede uitgang?
Hast du schon ein__ Nachricht (v) geschickt?

1. ein
2. eine
3. einen

4. Wat is de goede uitgang?
Ich habe ein__ leckeres Brötchen (o) gekauft.

5. Wat is de goede uitgang?
Ihr habt ein__ neuen Rucksack (m) gekauft.

6. Wat is de goede uitgang?
Du musst d__ Witz (m) nicht erklären.

7. Hoe herken je vrouwelijke zelfstandige naamwoorden?

8. Welke voorzetsels ken je nog?

8. Wat is de goede uitgang?
Er kauft Blumen für sein__ Frau.

1. sein
2. seine
3. seinen

9. Wat is de goede uitgang?
Ich gehe ohne mein__ Freund einkaufen.

1. mein
2. meine
3. meinen

10. Wat is de goede uitgang?
Ich bin gegen d__ alte Frau gestoßen.

1. der
2. den
3. die
4. das

Wörter Kapitel 6

11. Wat is de goede vertaling?
Geographie

12. Wat is de goede vertaling?
dauern

13. Wat is de goede vertaling?
der Bleistift

14. Wat is de goede vertaling?
fertig

15. Wat is de goede vertaling?
helpen

16. Wat is de goede vertaling?
de rekenmachine

17. Wat is de goede vertaling?
de klok, het uur

18. Wat is de goede vertaling?
scheikunde

19. Wat is de goede vertaling?
het vak

20. Wat is de goede vertaling?
slim

Plauderecke Kapitel 6

21. Vertaal het zinsdeel tussen haakjes.
Ich gehe auf (het vwo).

22. Vertaal het zinsdeel tussen haakjes.
Was hast du am Montag (het eerste lesuur)?

23. Vertaal het zinsdeel tussen haakjes.
(Mijn lievelingsvak) ist biologie.

24. Vertaal het zinsdeel tussen haakjes.
Ich (praat met vrienden).

25. Vertaal het zinsdeel tussen haakjes.
Ich bin (in de namiddag) thuis.

Das Ende

Tot zover!!