feedback

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 3

Feedback

feedback geven en ontvangen

Inhoud

• Ervaringen m.b.t. omgaan met feedback uitwisselen.
• Theorie omgaan met feedback.
• Feedback geven en ontvangen.
• Reflectie schrijven.
• Evalueren.

Doelen

• Je kan het doel van feedback benoemen.
• je kent het begrip hamburger methode
• Je kent de 4 G'van feedback
• Je begrijpt hoe feedback bijdraagt aan een goede samenwerking.

Lesdoelen

waar denk je aan bij feedback

Feedback

Als mensen in een organisatie elkaar feedback willen, durven en kunnen geven, dan verbeteren de tevredenheid, de samenwerking en de productiviteit. Het ‘doet iets’ in de relatie.

Overwin je angst (wat gebeurt er als ik deze feedback geef, wat gaan ze over mij zeggen) en ga feedback niet uit de weg.

www.feedbackgeven.nl

Feedback geven is een kunst,

feedback krijgen is een gunst.

Feedback is samen praten over gedrag.

Feedback heeft alleen effect wanneer het op een goede manier gegeven wordt volgens de 4 G's.

• Gedrag (concreet, hier-en-nu).
• Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).
• Gevoel (je eigen gevoel).
• Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Vorm van feedback geven

- Sandwichmethode

- Benoem altijd eerst de feiten ( “het valt mij op dat…..”), benoem daarna welk gevoel dit bij jou oproept ( “dit geeft mij het gevoel dat…..”), controleer daarna bij de persoon in kwestie of dit ook klopt.

positief/negatief

Sandwich feedback richtlijnen

- Geef feedback om de ander te laten groeien (intentie).

- Feedback veroordeelt niet maar is een toevoeging in de richting van een verbetering.

- Korte, specifieke feedback is veel effectiever en krachtiger dan lange algemene feedback.

- Feedback dient gegeven te worden in de richting van gedrag zodat de ontvanger het concreet kan gebruiken.

- Feedback heeft alleen zin wanneer de ontvanger feedback wil/kan ontvangen.

- Gebruik het sandwich feedback model.

- Begin met te benoemen wat er goed ging.

- Wat je erg goed deed, is ….

- Benoem wat er verbeterd kan (dient te) worden.

- Wat beter kan, is …

- Geef ten slotte je algemene positieve samenvatting.

Over het algemeen vond ik het een goede …

Als je deze feedback integreert dan …

- De ontvanger luistert en neemt de feedback tot zich en sluit af met “Dank je wel

Ontvangen van feedback

• Sta open voor feedback
  
• Luister goed naar wat de ander zegt
  
• Vraag om verduidelijking
  
• Geef aan wat je van de feedback vind
  
• Zie het als opbouw (en niet als aanval)
  
• Doe er je voordeel mee
  
• Wees er blij mee
  

Het doel van feedback geven is ...

1. geruststellen
2. overtuigen
3. tips geven
4. beledigen

De juiste houding om feedback te geven is ...

1. rustig
2. agressief
3. verdedigend
4. aarzelend

Waarom is feedback ontvangen altijd lastig?

1. Het roept in je hersenen boosheid en verdriet op.
2. Het roept in je hersenen adrenaline op.
3. Het roept in je hersenen angst en verdediging op.
4. Het geeft je hersenen een positieve impuls

Hoe kun je het beste reageren op die gevoelens?

1. Aan gevoelens moet je gewoon toegeven.
2. Je moet je gevoelens beheersen en erover nadenken.
3. Tegen zulke gevoelens moet je blijven vechten.
4. In de verdediging gaan

Waarom moet je iemand bedanken voor feedback?

1. Dat is beleefd en beschaafd.
2. Aan goede feedback heb je veel, het is een cadeau.
3. Goede feedback is zeldzaam dus wees er zuinig op.
4. Ik bedank helemaal niet

Oefening feedback geven 

1. Maak een groepje van 3/4 1 feedback gever, 2 feedback ontvanger en de rest zijn observatoren
2. Geef (persoonlijk) iemand   feedback( neem een situatie, voor beide ronde hetzelfde nummer)
   
3. Begin met een compliment (positieve feedback). Gebruik de IK-boodschap: 'ik zie dat... / ik hoor dat... / ik voel dat...'
4. Zeg hoe het gedrag van de ander voor jou is. Vertel wat je wilt voelt/ wat het met je doet.  Doe dit met respect!
5. Stel vragen, zoek samen een oplossing en sluit af.
6. reflecteer met elkaar(hoe het ging, gevoelens, is het opgelost, tips/tops)
   

Situaties

Lees op de volgende pagina's de vijf situaties en  bedenk of jullie feedback zouden geven in zo'n geval en hoe. Waarom wel en waarom niet?

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Situatie 1 

Je zit in de klas. De leerkracht legt iets uit wat je niet begrijpt. De uitleg gaat snel en een beetje rommelig. Het is nog steeds erg onduidelijk. Eigenlijk snap je er niets van

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Situatie 2 

Je zusje draait de hele dag keihard muziek van K3 op haar slaapkamer. Je kan je slecht concentreren op je huiswerk.

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Situatie 3 

Je bent een toets aan het maken. Vraag 3 is moeilijk, oneerlijk zelfs. De vraag gaat over iets wat je niet moest leren.

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Situatie 4 

Je bent een uur te laat thuis. Je ouders zijn erg boos. Voor straf mag je morgenavond niet weg. Je bent het er niet mee eens want je hebt erg veel zin om morgenavond weg te gaan.

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Situatie 5 

Je vrienden willen dat je mee gaat naar het dorp. Jij hebt geen zin om te gaan omdat het vorige keer daar uit de hand liep. Je hebt al drie keer gezegd dat je niet mee wilt. Ze vragen het nog een keer.

Gedrag (concreet, hier-en-nu).

Gevolg van gedrag (gevolg voor jezelf ).

Gevoel (je eigen gevoel).

Gewenst gedrag (in termen van gedrag en als vraag).

Doelen

• Je kan het doel van feedback benoemen
• je kent het begrip hamburger methode
• Je kent de 4 G'van feedback
• Je kan je kennis van feedback toepassen in de oefensituatie

Lesdoelen

aan je opdrachten werken

Opdracht: Individuele reflectie maken over jouw feedbackvaardigheden. Waar ben je goed in? Waar wil je nog beter in worden? Hoe ga je dit aanpakken?

Geef feedback over de les
(een tip en een top)