Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 55 min
Éléments de cette leçon
Leesvaardigheid
Herhaling Lezen H1 t/m H4
Slide 1 - Diapositive
H1
Hoofdzaken en hoofdgedachte
Slide 2 - Diapositive
Welke vraag stel je om het onderwerp van een tekst te bepalen?
Slide 3 - Question ouverte
Wat staat er vaak in een kernzin?
A
Minder belangrijke dingen
B
Een samenvatting
C
Een hoofdzaak
D
Een tussenkopje
Slide 4 - Quiz
Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan
Slide 5 - Quiz
Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
Alle hoofdzaken op een rij
B
Alle hoofd- en bijzaken op een rij
C
De samenvatting van een tekst
D
Het belangrijkste van een tekst in één zin samengevat
Slide 6 - Quiz
Waar staat de hoofdgedachte van een tekst vaak?
A
In het middenstuk
B
In de samenvatting
C
In de inleiding of in het slot
D
Dat kun je nooit weten
Slide 7 - Quiz
Welke vraag stel je om de hoofdgedachte te vinden?
Slide 8 - Question ouverte
H2
Tekstdoel en publiek
Slide 9 - Diapositive
Tekstdoelen:
informeren
overtuigen / mening geven
activeren
amuseren
instrueren (instructie geven)
Slide 10 - Diapositive
Uitleg: Tekstdoelen
Slide 11 - Diapositive
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren
Slide 12 - Quiz
Lees de tekst
Slide 13 - Diapositive
Wat voor soort tekst is dit?
A
nieuwsbericht
B
stripverhaal
C
reclametekst
D
recept
Slide 14 - Quiz
Wat is de bron van de tekst?
Slide 15 - Question ouverte
Voor wie is deze tekst geschreven?
A
jongeren
B
volwassenen
Slide 16 - Quiz
Wat is het doel van deze tekst?
A
mening geven
B
informeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
VOORBEELD OPSOMMING
herken je aan signaalwoorden zoals:
ten eerste, ten tweede, ten slotte
om te beginnen
ook (nog)
verder
en
dubbele punt (:)
liggende streepje (-)
getallen (1, 2, 3)
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
VOORBEELD TEGENSTELLING
herken je aan signaalwoorden zoals:
tegenover
maar
hoewel
echter
toch
aan de ene kant ... aan de andere kant
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
VOORBEELD TOELICHTING
herken je aan signaalwoorden zoals:
bijvoorbeeld
zo
zoals
denk aan
neem nou
onder andere
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Kies het goede antwoord.
Tekstverbanden...
A
...geven alinea's aan
B
...geven het doel van een tekst aan
C
...geven aan hoe alinea's en zinnen met elkaar te maken hebben
D
...geven aan wat voor soort tekst het is
Slide 28 - Quiz
Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Spanje, Brazilië, Mexico en Curaçao.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = voorwaarde
Slide 29 - Quiz
Veel meiden willen naar het optreden van Ariana Grande, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = tijdsvolgorde
Slide 30 - Quiz
Voor het maken van cupcakes heb je nodig: boter, meel, suiker, eieren en melk.
A
Tekstverband = tegenstelling
B
Tekstverband = voorbeeld
C
Tekstverband = opsomming
D
Tekstverband = oorzaak- gevolg
Slide 31 - Quiz
Weet je nog?
'Denk aan' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde
Slide 32 - Quiz
Weet je nog?
'Toch' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een voorwaarde
Slide 33 - Quiz
Weet je nog?
'Tevens' is een signaalwoord voor
A
een voorbeeld
B
een tegenstelling
C
een opsomming
D
een oorzaak- gevolg
Slide 34 - Quiz
Hét moment voor alle fans van Apple en al die overige smartphonegebruikers die op zoek zijn naar het nieuwste van het nieuwste is eindelijk daar! Het Amerikaanse bedrijf heeft weer alles in het werk gesteld om ons te verrassen met strakke designs, opvallende nieuwe features en ontzettend veel kracht. Met de release van de nieuwe iPhone 14, iPhone 14 Pro en iPhone 14 Pro Max zet Apple de nieuwe standaard voor alles dat mogelijk is.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren
Slide 35 - Quiz
Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren
Slide 36 - Quiz
Altijd en overal online. Volgens sommige opvoeders liggen er allerlei gevaren op de loer voor onze Wifi-generatie. Er zijn daarom al scholen die het vak mediawijsheid geven. Er wordt gekeken wat de voor- en nadelen zijn, welke gevaren er op de loer liggen en of verbieden zin heeft.
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren
Slide 37 - Quiz
Bekijk de afbeelding en lees de advertentietekst.
timer
1:00
Slide 38 - Diapositive
Wat is het belangrijkste doel van de advertentie?
A
Amuseren
B
Informeren
C
Tot handelen aanzetten
D
Uitleg geven
Slide 39 - Quiz
Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?
Slide 40 - Question ouverte
H3 en H4
Verbanden en signaalwoorden
Slide 41 - Diapositive
Slide 42 - Diapositive
Slide 43 - Diapositive
Jan heeft zijn vmbo-diploma gehaald, waardoor hij kan studeren.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak en gevolg
D
Tegenstelling
Slide 44 - Quiz
Ik ga vandaag eerst naar school. Daarna ga ik sporten.
A
Opsomming
B
Tegenstelling
C
Tijd
D
Conclusie
Slide 45 - Quiz
Kortom, we winnen deze wedstrijd wel.
A
Tegenstelling
B
Tijd
C
Conclusie
D
Voorbeeld
Slide 46 - Quiz
Mijn vader houdt niet van winkelen, maar mijn moeder vindt het heel erg leuk.