NN7 - Meer dan lezen §2 - Opdracht 7 - Hoe ontstond het circus? 2H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Hoe ontstond het circus?

NN7 - Meer dan lezen §2 - Opdracht 7 - 2H

In deze les gaan we verder met voorbereiden op de leestoets. We maken straks opdracht 7 - Tekst 5 -Hoe ontstond het circus? 

Daarvoor heb je het stencil nodig met de tekst of je boek blz. 16/17. 

Waar denk je aan bij
een circus?

We lezen nu met elkaar tekst 5 'Hoe ontstond het circus?'.

Zoek in alinea 2 een signaalwoord voor een toelichtend verband en onderstreep dat. 

Welk signaalwoord heb je onderstreept?

Welke woorden uit alinea 2 worden er dan toegelicht (zie vraag 3)? Onderstreep deze in je boek.

(let op: het gaat niet om de voorbeelden na 'zoals'!)

Welke woorden uit alinea 2 worden er dan toegelicht (zie vraag 3)? Onderstreep deze in je boek.

(let op: het gaat niet om de voorbeelden na 'zoals'!)

Juiste antwoord:

Al snel regelde hij er andere acts bij, zoals optredens van koorddansers, jongleurs en acrobaten.

‘Veel van de elementen die wij nu met het circus associëren, stammen uit Astleys tijd.’ (al. 3) Welke elementen noemt de tekst?

Aan welke signaalwoorden herken je de elementen (zie bovenstaande vraag)? Onderstreep die signaalwoorden. Let op: een van de elementen wordt niet ingeleid met een signaalwoord.

Aan welke signaalwoorden herken je de elementen (zie bovenstaande vraag)? Onderstreep die signaalwoorden. Let op: een van de elementen wordt niet ingeleid met een signaalwoord.

Zo

Verder

en

Ook

‘Astleys opvoeringen vonden plaats in wat hij het Amphitheatre Riding House noemde.’ (al. 4) ‘Amphitheatre’ is Engels voor ‘amfitheater’. Leid uit alinea 2 af wat dat is.

Onderstreep in alinea 11 een signaalwoord voor een concluderend verband.

Welk signaalwoord heb je onderstreept?

Tot zover!!