NN7 - Meer dan lezen §2 - Tekstverbanden en signaalwoorden opdr. 1 - 2H
Tekstverbanden en signaalwoorden - opdracht 1
NN7 - Meer dan lezen §2 -2H
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Tekstverbanden en signaalwoorden - opdracht 1
NN7 - Meer dan lezen §2 -2H
Slide 1 - Diapositive
Doel van de les
Na deze les weet je wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.
Je hebt straks je boek nodig - blz. 10 en 11
Slide 2 - Diapositive
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea’s met elkaar samen. Die samenhang heet het verband in de tekst. Door te letten op verbanden in de tekst kun je de tekst beter begrijpen. Je kunt verbanden vaak herkennen aan signaalwoorden.
Er bestaan verschillende tekstverbanden. Je vindt enkele voorbeelden in de tabel.
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Tips
Soms kun je een chronologisch verband herkennen aan jaartallen of data.
Een opsommend verband wordt vaak aangegeven met liggende streepjes (–), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (•).
Slide 6 - Diapositive
We lezen nu met elkaar tekst 1:
"Stormloop bij pizza-automaat".
(stencil of lesboek blz. 11)
Slide 7 - Diapositive
Lees nogmaals alinea 1.
Onderstreep een signaalwoord voor een tegenstellend verband.
Slide 8 - Diapositive
Welk woord heb je onderstreept in alinea 1?
Slide 9 - Question ouverte
Om welke tegenstelling gaat het in alinea 1? Dus: wat wordt er tegenover elkaar gezet?
Slide 10 - Question ouverte
Onderstreep in alinea 2 de signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven.
Slide 11 - Diapositive
Onderstreep in alinea 2 de signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven.
Goede antwoord:
twee dagen geleden
nu
rond middernacht
Slide 12 - Diapositive
Onderstreep in alinea 3 een opsomming en onderstreep steeds het signaalwoord.
Slide 13 - Diapositive
Onderstreep in alinea 3 een opsomming en onderstreep steeds het signaalwoord.
Goede antwoord:
veel vrachtwagenchauffeurs, Poolse arbeiders en lokale jeugd
of: barbecuesaus en stukken kip
Slide 14 - Diapositive
Waarom heeft het Belgische bedrijf PizzaZoid een pizza-automaat in Nederland geplaatst?
Slide 15 - Question ouverte
Wat gebeurt er met pizza’s die ‘tegen de uiterste houdbaarheid aanleunen’? (al. 6)
Slide 16 - Question ouverte
Onderstreep in alinea 8 een signaalwoord voor een tegenstellend verband.
Slide 17 - Diapositive
Welk woord had je gevonden?
Slide 18 - Question ouverte
Zoek in alinea 9 het signaalwoord voor een toelichting.
Slide 19 - Question ouverte
Wat wordt er in alinea 9 toegelicht? Onderstreep het zinsgedeelte aan waar het om gaat.
Slide 20 - Diapositive
Wat wordt er in alinea 9 toegelicht? Onderstreep het zinsgedeelte aan waar het om gaat.
Goede antwoord:
dat een pizza bereiden vooral handwerk is
Slide 21 - Diapositive
Onderstreep in alinea 9 en 10 de signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven.
Slide 22 - Diapositive
Onderstreep in alinea 9 en 10 de signaalwoorden die een chronologisch verband aangeven.