Kgs Les 8 - SE 1 Examenvragen bespreken

SE 1
Bespreken examenvragen

Met echt opgeschreven antwoorden!
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

SE 1
Bespreken examenvragen

Met echt opgeschreven antwoorden!

Slide 1 - Diapositive

Onderdeel A bespreek je in de les bij Lieke

Onderdeel C en D ook

Vandaag dus de examenvragen en vooral.....
de aspecten! Geen uitleg over wat een aspect is, dat hebben we vorig jaar gehad en in eerder LessonUps.
Wel uitleg hoe je vragen moet beantwoorden. 

Slide 2 - Diapositive

Waarom nog niet de cijfers? 

Lieke is ziek 

Pauline heeft problemen met invoeren

Slide 3 - Diapositive

Onderdeel B

De vragen in dit onderdeel
kwamen voor in een lesson up eerder dit jaar.... Meedoen met de lessen helpt je dus!

Je moet kennis van aspecten hebben en de vraag goed begrijpen om te beantwoorden.

Slide 4 - Diapositive

2a.
→ Noem een aspect van de voorstelling dat verwijst naar de stad New York. (1p)

 ramen X

Slide 5 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'ramen' op vraag 2a fout is.

Slide 6 - Question ouverte

2a.
→ Noem een aspect van de voorstelling dat verwijst naar de stad New York. (1p)

 Het is een heel druk schilderij met met allemaal kleuren en chaos X

Slide 7 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'Het is een heel druk schilderij met met allemaal kleuren en chaos' op vraag 2a fout is.

Slide 8 - Question ouverte

2b. In dit werk verbeeldt de kunstenaar het dynamische leven van New York.
→ Noem twee aspecten van de vormgeving die bijdragen aan deze dynamiek.
Leg beide aspecten uit. (2p)

Slide 9 - Diapositive

2b. In dit werk verbeeldt de kunstenaar het dynamische leven van New York.
→ Noem twee aspecten van de vormgeving die bijdragen aan deze dynamiek.
Leg beide aspecten uit. (2p)
Dynamisch???
Beweegelijk.

Tip: Neem een woordenboek mee want als je een vraag niet snapt kan je ook geen antwoord geven!

Slide 10 - Diapositive

2b. → Noem twee aspecten van de vormgeving die bijdragen aan deze dynamiek.
Leg beide aspecten uit. (2p)

Ordening : Je ziet een drukke stad X

Slide 11 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'Ordening : Je ziet een drukke stad' op vraag 2b fout is.

Slide 12 - Question ouverte

2b. → Noem twee aspecten van de vormgeving die bijdragen aan deze dynamiek.
Leg beide aspecten uit. (2p)

Ordening : Door de overlapping die ze stad er groot uit X

Slide 13 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'Ordening : Door de overlapping die ze stad er groot uit' op vraag 2b fout is.

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

3a. Noem twee aspecten van de voorstelling die verwijzen naar een stad. (2p)

Lopende mensen X

Slide 16 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'De lopende mensen' op vraag 3a fout is.

Slide 17 - Question ouverte

3b. Noem drie aspecten van de vormgeving waardoor de straat een levendige indruk maakt. Leg je antwoorden uit. (3p)

Ruimte : De drukke straat

Slide 18 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'Ruimte : De drukke straat' op vraag 3b fout is.

Slide 19 - Question ouverte

3b. Noem drie aspecten van de vormgeving waardoor de straat een levendige indruk maakt. Leg je antwoorden uit. (3p)

Kleur : Door het kleurcontrast krijgt het een levendige indruk V

Slide 20 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'Kleur : Door het kleurcontrast krijgt het een levendige indruk' op vraag 3b goed is.

Slide 21 - Question ouverte

Waar moet je opletten bij het antwoorden met voorstellingsaspecten?

- Antwoord moet echt antwoord geven op vraag. 
- Een aspect is één ding, geen verhaal
- Noem geen dingen die met vormgeving te maken hebben
- Gebruik een extra woord. In plaats van 'huizen' doe je bijvoorbeeld 'de vele huizen'

Slide 22 - Diapositive

Waar moet je opletten bij het antwoorden met vormgevingsaspecten?
- Antwoord moet echt antwoord geven op vraag. 
- Categorie en uitleg moeten beide over zelfde categorie gaan. Dus niet 'Kleur: Het licht is...'
- Na het noemen van een categorie en de dubbele punt, moet je niets ineens iets over voorstelling opschrijven. Gebruik in dien mogelijk begrippen aspectenkaart.
- 1 x noemen categorie per antwoord

Slide 23 - Diapositive

Blok E
95% Had het examen af!

Dit was een verkort examenblok

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

1. Noem twee aspecten van de voorstelling die net echt lijken.

- De smeltende klok X
- De ronde vormen X

Slide 26 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'De smeltende klok &
De ronde vormen' op vraag 1 fout zijn.

Slide 27 - Question ouverte

2. Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor het schilderij net echt lijkt. Leg je antwoorden uit.

- Ruimte : Door de overlapping van de figuren V
- Ruimte : Door de afsnijding van de figuren V

2 x goed, toch 1 punt...... 

Slide 28 - Diapositive


Waarom krijg je maar 1 punt voor de twee goede antwoorden op vorige slide?

Slide 29 - Question ouverte

2. Dit schilderij behoort tot het surrealisme.
→ Noem twee kenmerken van het surrealisme die je terugziet in het schil derij

De klokken X


Slide 30 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'De klokken' op vraag 3 fout is.

Slide 31 - Question ouverte

Slide 32 - Diapositive

4. De foto heeft een dynamisch karakter.
→ Noem twee aspecten van de voorstelling  die bijdragen aan het dynamische karakter.

De vrolijke professor X
Dynamisch..... weet je nog? Beweeglijk

Slide 33 - Diapositive


Leg uit waarom het antwoord 'De vrolijke proffesor' op vraag 1 fout is.

Slide 34 - Question ouverte

Noem een aspect van de vormgeving dat bijdraagt (aan het dynamische karakter.) 
Dynamisch..... weet je nog? Beweeglijk

Slide 35 - Diapositive

Goede antwoorden zijn: Zie je hoe het in elkaar zit?!

Slide 36 - Diapositive

De foto's op afbeelding 7 werden afgekeurd.
→ Bekijk afbeelding 7d en geef twee redenen waarom deze foto werd afgekeurd.

Let hierbij op dat je twee echt verschillende redenen geeft en een mooi zin met complete uitleg geeft.
Én niet de vraag herhalen. 

Dynamisch..... weet je nog? Beweeglijk

Slide 37 - Diapositive

7
Het maken van de foto op afbeelding 6 was lastig.
→ Geef twee redenen waarom het lastig was om deze foto te maken.

Let hierbij op dat je twee echt verschillende redenen geeft en een mooi zin met complete uitleg geeft.
Én niet de vraag herhalen. 


Slide 38 - Diapositive

Dank voor het maken!

Tip: Neem deze les nog eens door voor je volgende examen! 

Komende tijd, veel examenvragen. Hopelijk kan je je zelf verbeteren en haal je volgende keer een 10. Gaan we voor!

Slide 39 - Diapositive