06 Werkoverleg 2

• Werken in een organisatie
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Welkom  
Werkoverleg 2  

Programma van de les

Programma:

• Samen aan de slag 'Werkoverleg 2'
  
• Zelf aan de slag 'Werkoverleg 2'

Leerdoelen 
Verdieping, eerder taakmodule Werkoverleg 1

• Je kunt uitleggen wat een vergadering is en in welke situaties er vergaderd wordt
• Je kunt diverse vergadertools herkennen en benoemen
• Je kunt de verschillende rollen in een vergadering met de bijbehorende kenmerken benoemen
• Je kunt het doel van een vergadering benoemen

Hoort bij opdrachten Opdrachten 1, 2, 3A, 4

Bij elk overleg moet iemand een verslag maken.
Wat is de officiële naam voor:
- deze persoon
- het verslag
- het maken van dit verslag

Notulist
Notulen

Notuleren

Opdracht 1 Vergaderen

Een overleg bekijken en opvallende zaken noteren 
Vragen over notuleren beantwoorden

PPP over vergaderen bekijken en vragen beantwoorden

Quiz Vergaderen en notuleren

Opdracht 2 Vergadertools 

Om zo efficiënt mogelijk te vergaderen, zijn er allerlei hulpmiddelen op de markt.

 Zo is bijvoorbeeld gebleken dat staand vergaderen de vergadertijd aanzienlijk verkort. Statafels komen dan goed van pas.

Je gaat kennismaken met nog meer vergadertools.

We doen drie vragen samen.

Wat zie je op deze
afbeelding?

1. Katheder
2. Lessenaar
3. Statafel

Wat zie je op deze afbeelding?

1. Afstandsbediening
2. Laserpen
3. Zaklamp

Wat zie je op deze afbeelding?

1. Cassetterecorder
2. Dictafoon
3. Filmcamera

Opdracht 3 Vergaderrollen 

Iedere deelnemer heeft een eigen rol in zo'n vergadering.
 Jij kunt zelf ook een rol spelen in een vergadering, misschien wel steeds een andere.

Het is daarom belangrijk deze verschillende rollen van de deelnemers aan een vergadering te leren kennen.

Welke rollen (functies) zijn er tijdens een vergadering?

Voorzitter
Notulist

Deelnemer

Opdracht 3 Vergaderrollen 

Twee quizzen.
We doen drie vragen samen.

Wat is het agendapunt?
De voorzitter meldt dat Ruben voorlopig in de lappenmand zit.

1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Mededelingen
4. Verslag vorig overleg

Komt op tijd voor de vergadering.

1. Voorzitter
2. Notulist
3. Deelnemer

Grijpt in als sprekers van agendapunt afdwalen.

1. Voorzitter
2. Notulist
3. Deelnemer

Het maakt niet uit of in de notulen veel spelfouten staan, het gaat om de inhoud.

1. Waar
2. Niet waar

Opdracht 4 Vergaderrollen 

Er wordt wat vergaderd in Nederland. Vergaderingen kosten de werknemers daardoor veel tijd. Werknemers hebben regelmatig het gevoel dat een vergadering geen duidelijk resultaat heeft.

Om de vergadering wel zinvol te laten zijn, is het belangrijk dat het doel van de vergadering of de verschillende agendapunten duidelijk zijn bij de deelnemers aan de vergadering. 

Aan de slag

Werkoverleg 2

Opdrachten 1 Vergaderen -> 1A en 1B via CumLaude

Opdracht 2A Vergadertools

Opdracht 3A Vergaderrollen
Opdracht 4 Vergaderdoelen-> 4B via CumLaude

Wil je feedback over een uitwerking? Hulp nodig? Vraag het!

Programma van de les

Programma:

• Samen aan de slag 'Werkoverleg 2'
  
• Zelf aan de slag 'Werkoverleg 2'

Leerdoelen 
Verdieping, eerder taakmodule Werkoverleg 1

• Je kunt uitleggen wat een agenda van een vergadering is en je kunt het verschil tussen vaste en wisselende agendapunten herkennen
  
• Je kunt een overleg voorbereiden en een checklist maken
• Je kunt de betekenis van vergaderterminologie omschrijven
  
• Je test jouw kennis van deze taakmodule
  
  

Hoort bij opdrachten Opdrachten 5, 6 ,8 en 9

Opdracht 5
Agenda maken 

Het woord agenda kan verwarrend klinken.
Twee betekenissen:
1.  een tool om afspraken te plannen
2. een leidraad voor te bespreken zaken in een werkoverleg.

Over dit laatste gaat deze opdracht.

Opdracht 5
Agenda maken 

Bij een werkoverleg wordt een agenda gebruikt met agendapunten. Zo zijn de deelnemers op de hoogte van wat er besproken wordt en kunnen zij zich voorbereiden op het overleg.

Vaste agendapunten: komen elk overleg terug.

Wisselende agendapunten: de punten die elk overleg kunnen wisselen -> de kern van de vergadering 

Noem twee voorbeelden van een vast agendapunt.

Volgende slide antwoorden

In de course presentation in deze opdracht worden de agendapunten behandeld

I

Opdracht 5
Agenda maken 

Je speelt drie quizzen. 

We doen vier vragen samen.

Inwerken nieuwe collega

1. Vast agendapunt
2. Wisselend agendapunt

Vaststellen agenda

1. Vast agendapunt
2. Wisselend agendapunt

Wat is het agendapunt?
Mohammed vraagt of agendapunt 7 naar voren geschoven kan worden
omdat hij de vergadering eerder moet verlaten.

1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Mededelingen
4. Verslag vorig overleg

Wat is het agendapunt?
De voorzitter meldt dat Ruben voorlopig in de lappenmand zit.

1. Opening
2. Vaststellen agenda
3. Mededelingen
4. Verslag vorig overleg

Opdracht 6 Be prepared!

Een goede voorbereiding is het halve werk. Als je een overleg of vergadering moet voorbereiden, moet je ervoor zorgen dat alles tot in de puntjes is geregeld.

Alleen als iedereen zich goed voorbereidt, kan de vergadering soepel en efficiënt verlopen. 

Je gaat leren een checklist met een selectievakje te maken in Word

Opdracht 8
What's in a name

Tijdens vergaderingen worden specifieke termen gebruikt. Dit noemen we vergaderterminologie.

Ken jij alle ins & outs van vergaderen al?


Werkblad vergaderterminologie en quiz.

Wat betekenen de volgende woorden.
Als je het opzoekt dan ook de bron noemen waar je het gevonden hebt.

1. Ad hoc 2. Asap 3. Interrumperen 4. Quorum
5. Fiatteren 6. Unaniem

Ad hoc = Op dit moment
Wie ad hoc een beslissing neemt, neemt dus een beslissing in het moment, gericht op deze situatie.

Asap = as soon as possible - zo snel mogelijk

Interrumperen = iemand in de rede
 vallen = iemand onderbreken

Fiatteren = goedkeuren

Unaniem = Iedereen is voor of iedereen is tegen = iedereen is het met elkaar eens


Quorum = Minimaal aantal leden dat in een vergadering aanwezig moet zijn om geldige besluiten te nemen.

Opdracht 9 Slottest

Aan de slag

Werkoverleg 2

Opdracht 5 Agenda maken

Opdracht 6 Be prepared! -> 6B via CumLaude

Opdracht 8 Whats's in a name -> 8A via CumLaude

Opdracht 9 Slottest

Wil je feedback over een uitwerking? Hulp nodig? Vraag het!

Aan de slag

Werkoverleg 2
Totaaloverzicht

Opdrachten 1 Vergaderen -> 1A en 1B via CumLaude

Opdracht 2A Vergadertools

Opdracht 3A Vergaderrollen
Opdracht 4 Vergaderdoelen-> 4B via CumLaude
Opdracht 5 Agenda maken

Opdracht 6 Be prepared! -> 6B via CumLaude

Opdracht 8 Whats's in a name -> 8A via CumLaude

Opdracht 9 Slottest

Wil je feedback over een uitwerking? Hulp nodig? Vraag het!