§2.1 Hoe geef jij je geld uit?
1 / 15
La durée de la leçon est: 60 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat doe jij als je een geldtekort hebt?
Ik vraag extra geld van mijn ouders
Ik leen geld van anderen
Ik doe niks, op = op
Ik gebruik mijn spaargeld
Ik ga (extra) werken om meer geld te verdienen
Slide 4 - Sondage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 6 - Lien
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 7 - Diapositive
Welke verschillende inkomens ken je al?
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 9 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Een bekende voetballer verdient
€ 465.000 per week. Hoeveel verdient hij per maand?
€ 465.000 per week. Hoeveel verdient hij per maand?
Slide 11 - Question ouverte
- € 465.000 x 52 = € 24.180.000 per jaar
- € 465.000 : 12 = € 2.015.000 per maand
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Mariska en Thomas willen over 9 maanden een groen dak op hun huis laten plaatsen. De kosten hiervan zijn € 2.290. Inmiddels hebben ze al € 900 gespaard.
Bereken hoeveel Mariska en Thomas de komende tijd per maand moeten reserveren.
Bereken hoeveel Mariska en Thomas de komende tijd per maand moeten reserveren.
Slide 13 - Question ouverte
€ 2.290 - € 900 = € 1.390 : 9 = € 154,44
Slide 14 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
