Thema 4 oefenen

Wat betekenen deze borden? Sleep naar de juiste plek. 
Auto's mogen hier niet inhalen
Ik mag deze straat niet inrijden
1 / 13
suivant
Slide 1: Question de remorquage
VerkeerBasisschoolGroep 7

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Wat betekenen deze borden? Sleep naar de juiste plek. 
Auto's mogen hier niet inhalen
Ik mag deze straat niet inrijden

Slide 1 - Question de remorquage

Slide 2 - Question de remorquage

Hoe kijken we voordat we gaan oversteken?
1
2
3
links
links
rechts
rechts

Slide 3 - Question de remorquage

timer
1:00
Jij hebt voorrang op het verkeer bij alle aankomende zijstraten en kruisingen.
Jij rijdt niet meer op een voorrangsweg!
Jij hebt voorrang op
verkeer van links en rechts.
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de linker zijstraat. 
Jij hebt voorrang op het verkeer uit de rechter zijstraat. 
Het waarschuwt je dat je voorrang moet geven aan het verkeer uit de zijstraten. 
 Je moet stoppen en voorrang geven aan al het verkeer van links en rechts.

Slide 4 - Question de remorquage

Je moet hier voorrang geven aan iedereen die van links en rechts komt rijden.
Pas op, er wordt aan de weg gewerkt.
Kijk, hier is een erf. Je mag hier overal lopen, spelen en fietsen, maar je mag niemand hinderen. 
Je mag hier niet fietsen. Als je verder wilt, moet je gaan lopen met je fiets aan de hand.
Je moet hier lopen. Je moet hier het voetpad opgaan. Je mag hier ook skaten, skelteren en steppen.

Slide 5 - Question de remorquage


Wat zie je hier? 
A
Hetverkeerslichtenvlak voor fietsers
B
het opstelvlak voor fietsers
C
het voorsoteervlak voor verkeer dat rechtdoor wil

Slide 6 - Quiz

Er staat een vrachtauto
op de fietsstrook.
Wat moeten de
kinderen doen?
A
Rechts en ruim achter de vrachtauto wachten tot hij wegrijdt.
B
Rechts en ruim achter de vrachtauto wachten tot de auto die tegemoetkomt gepasseerd is.
C
Iets dichter naast elkaar gaan fietsen, achteromkijken en als er geen verkeer van achter komt de vrachtauto passeren.
D
Achter elkaar gaan fietsen, achteromkijken en als er geen verkeer van achter komt de vrachtauto passeren.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Question de remorquage

Welke afspraken gelden er bij een gewoon kruispunt?
A
Al het verkeer van links heeft voorrang
B
Al het verkeer van rechts heeft voorrang
C
Je moet al het verkeer van links voorrang geven
D
Je moet al het verkeer van rechts voorrang geven

Slide 9 - Quiz

Tom loopt met zijn paard aan
de teugels. Welke afspraken gelden
er voor hem in het verkeer?
A
afspraken voor voetgangers.
B
afspraken voor fietsers.
C
afspraken voor bestuurders.
D
Er zijn geen afspraken.

Slide 10 - Quiz


Welke regel van het verkeer is goed?
A
stoppen bij een groen stoplicht
B
je moet schuin oversteken
C
kinderen mogen auto rijden
D
stoppen bij een rood stoplicht

Slide 11 - Quiz


De auto en de fietser willen allebei rechtdoor. Wie mag er eerst?
A
De auto, want auto's gaan altijd voor fietsers.
B
De auto, want snel verkeer gaat voor langzaam verkeer.
C
De fietser, want bij een gewone kruising moet je als bestuurder voorrang krijgen van links.
D
De fietser, want die rijdt op een brede weg.

Slide 12 - Quiz


Er komt geen verkeer aan.
wat moet de fietser doen?
A
Altijd stoppen en goed uitkijken
B
Goed uitkijken en dan door rijden.

Slide 13 - Quiz