week 8

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

week 8

DOELEN

Je beheerst de verbindingswoorden en dagen van de week (Testje PC cijfer) 

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen

Je kunt de juiste uitgang bij de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken

Welke dagen van de week kun je noemen?

Welke Duitse verbindingswoorden ken je?

testje PC cijfer

examnet 

1G code tsUUfL

1A code SXkMGm

Ik ken de verbindingswoorden en dagen van de week al goed voor de toetsweek

😒🙁😐🙂😃

Wir wiederholen 

- Herhaling bezittelijke voornaamwoorden

Doelen

Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden herkennen

Je kunt de juiste uitgang bij de bezittelijke voornaamwoorden gebruiken

ik	mijn
jij	jouw
hij	zijn
zij	haar
het	zijn
wij	ons/onze
jullie	jullie
zij	hun
u	uw

ich	mein-
du	dein-
er	sein-
sie	ihr-
es	sein-
wir	unser-
ihr	euer-
sie	ihr-
Sie	Ihr-

Bezittelijk

voornaamwoord

mijn

jouw

zijn

haar

hun

onze

jullie

uw

mein

unser

ihr (m.v.)

ihr (e.v.)

sein

Ihr

dein

euer

De uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden

• De bezittelijke voornaamwoorden krijgen dezelfde uitgang als de woorden ein(e) en kein(e). 

• Let op het bezittelijk voornaamwoord 'euer' (=jullie)

Ist das euer Vater?

Ist das eure Mutter?

Oefenen! Maken Wiederholung 5 S 186

Aufgabe 1,2,3

bij Aufgabe 3)

der Koch

die Kartoffeln

das Wasser

die Nudeln

das Brot

die Rechnung

die Soße

der Freund

Das ist Ihr Fahrrad.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

1. das
2. ist
3. Ihr
4. Fahrrad

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern (mv)

1. meine
2. dien
3. ihre
4. unsere

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin (v).

1. ihr
2. seine
3. ihre
4. eure

Wanneer krijg je achter het bezittelijk voornaamwoord een extra E ?

1. mannelijk
2. vrouwelijk
3. onzijdig
4. meervoud

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:
Dies ist (mijn)…...Buch (o)

1. meine
2. meiner
3. meines
4. mein

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.

1. ihr
2. seine
3. ihre
4. eure

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Wie heißt deine Oma?

1. Wie
2. heißt
3. deine
4. Oma

Wat is een bezittelijk voornaamwoord in deze zin?
Ihre Tante ist 32 Jahre alt.

1. Ihre|
2. Tante
3. 32 Jahre
4. alt

Was ist ...............(jouw) Name (m)?

1. deine
2. meine
3. dein
4. Ihr

...............(mijn) Hobby (o) ist Handball spielen.

1. Meine
2. Mein
3. Deine
4. Dein

Das sind..................(onze) Eltern (mv).

1. meine
2. unser
3. ihr
4. unsere

............ (jullie) Weihnachtsbaum (m) ist sehr schön.

1. unser
2. euere
3. unsere
4. euer

................(onze) Klassenlehrer heißt Meier.

1. Ihr
2. Ihre
3. Unser
4. Euere

Maaike ist ..............(jullie) Freundin.

1. meine
2. ihr
3. ihre
4. euere

.............(uw) Handy (o) klingelt , Frau Schmidt!

1. Ihre
2. Ihr
3. Sein
4. Unser

Das ist ........................ (mijn) Geburtstagsgeschenk.

1. meine
2. deine
3. mein
4. sein

Ik weet genoeg van het bezittelijk voornaamwoord om deze opdrachten te kunnen maken.

😒🙁😐🙂😃

Wat wil je zelf nog doen om dit onderdeel te verbeteren?

de betekenis van de bezittelijke voornaamwoorden uit mijn hoofd leren

meer oefenen

het geslacht van de zelfstandige naamwoorden uit de Lernliste goed uit mijn hoofd leren

Oefenen

afmaken Wiederholung K5 

Aufgabe 1,2,3 en 9