4.3 - Temperatuur
1 / 18
La durée de la leçon est: 120 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
"Stel, je gaat een dag naar de Efteling en de weersvoorspelling zegt dat het 's ochtends 5°C is, maar 's middags kan het oplopen tot 20°C. Hoe zou je je voorbereiden, en wat neem je mee om de dag comfortabel door te komen?"
Slide 2 - Question ouverte
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat is het temperatuurverschil in graden?
Slide 6 - Question ouverte
Deze thermometer laat zien hoe warm het vandaag is.
Morgen wordt het 6 graden warmer dan vandaag.
Hoe warm wordt het morgen?
Morgen wordt het 6 graden warmer dan vandaag.
Hoe warm wordt het morgen?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
In 1,5 uur wordt het 3 graden warmer. Hoeveel graden warmer is het na 8 uur?
A
4
B
12
C
16
D
18
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Bereken de gemiddelde temperatuurdaling per kwartier?
Rond je antwoord af op 2 decimalen.
Rond je antwoord af op 2 decimalen.
Slide 11 - Question ouverte
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Een verwarming heeft gemiddeld 2 uur nodig om de temperatuur in een huis 4 graden te laten stijgen.
Mevrouw Moerenhout zet om 17:00 uur de verwarming thuis aan.
Om 21:00 uur is het 19 graden in haar huis.
Wat was de temperatuur in het huis van mevrouw Moerenhout voordat zij de verwarming aan heeft gezet?
Mevrouw Moerenhout zet om 17:00 uur de verwarming thuis aan.
Om 21:00 uur is het 19 graden in haar huis.
Wat was de temperatuur in het huis van mevrouw Moerenhout voordat zij de verwarming aan heeft gezet?
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Hoeveel graden Celsius is het in New Haven?
Rond af op 1 decimaal.
