Belastingen en heffingen - h2 beginselen en soorten belasting

Belastingen en heffingen
dm.jansen@clusius.nl

COM21B
14-2-2023
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
Praktische economieMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Belastingen en heffingen
dm.jansen@clusius.nl

COM21B
14-2-2023

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling introductie
  • Kennisquiz belastingen
  • Hoofdstuk 2 - beginselen en soorten belasting

Slide 4 - Diapositive

Wat is je bijgebleven van vorige les?

Slide 5 - Question ouverte

De miljoenennota is de samenvatting van de rijksbegroting
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Op welke manier draag jij bij aan de inkomsten van de overheid?

Slide 7 - Question ouverte

Wat weet jij van belastingen?
Quiz algemene kennis belastingen

Meld je aan
Prijs voor de winnaar 

Slide 8 - Diapositive

Bijna iedereen begrijpt dat je belasting moet betalen, maar het is voor de meeste mensen niet de favoriete bezigheid. ‘Niets is zeker in deze wereld, behalve de dood en de belastingen’
Wie deed deze uitspraak?
A
Benjamin Franklin
B
Desiderius Erasmus
C
Napoleon Bonaparte

Slide 9 - Quiz

Welke oorlog uit onze Vaderlandse geschiedenis ontstond uit protest tegen de belastingen?
A
De tachtigjarige oorlog
B
De Napoleontische oorlog
C
Nederlands Portugese oorlog

Slide 10 - Quiz

Hoeveel gegevens harkt de Belastingdienst jaarlijks bij elkaar?
A
220 miljoen
B
380 miljoen
C
460 miljoen

Slide 11 - Quiz

Wij kennen de btw pas sinds 1969. Hoe hoog was het btw-tarief in dat jaar?
A
12%
B
16%
C
22%

Slide 12 - Quiz

Hoeveel belastingschijven zijn er in 2015?
A
3
B
4
C
5

Slide 13 - Quiz

Hoeveel belastingschijven zijn er in 2022?
A
1
B
2
C
3

Slide 14 - Quiz

Wie voerden in 1805 in Nederland voor het eerst een centraal belastingstelsel in?
A
De Duitsers
B
De Spanjaarden
C
De Fransen

Slide 15 - Quiz

Van iedere burger wordt verwacht dat hij aan zijn belastingplicht voldoet. Toch probeert een klein deel het betalen van belastingen te ontwijken of te ontduiken. Belasting ontwijken mag, maar belasting ontduiken is illegaal.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

Hoeveel digitaal geld verwerkt de Belastingdienst dagelijks?
A
Ongeveer 100 miljoen euro
B
Ongeveer 500 miljoen euro
C
Ongeveer 1 miljard euro

Slide 17 - Quiz

Kies de twee belastingen die echt hebben bestaan
A
Plasbelasting
B
Slachtbelasting
C
Rijwielbeslasting
D
Overlijdensbelasting

Slide 18 - Quiz

Resultaat
Wie was de winnaar van de jaarlijkse
'Algemene kennis belastingquiz'??

Slide 19 - Diapositive

Beginselen en soorten belasting
Beginselen
Belasting ontlopen
Direct vs. indirect

Slide 20 - Diapositive

Aan de bak!
Maak de opgaven van hoofdstuk 2 in je werkboek



Straks verder met LU om te kijken of je het hebt begrepen
timer
25:00

Slide 21 - Diapositive

Het doelmatigheidsbeginsel betekent:
A
Het moet duidelijk zijn welk doel het betalen van een belasting heeft
B
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen
C
De belasting mag niet nadelig zijn voor de welvaart

Slide 22 - Quiz

Het draagkrachtbeginsel betekent:
A
De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen
B
Je hoeft geen belasting te betalen als je dat niet kunt betalen
C
De hoeveelheid hangt af van hoeveel je zelf redelijk vindt

Slide 23 - Quiz

Profijtbeginsel is

Slide 24 - Question ouverte

Profijtbeginsel is
Degenen die gebruik maken van de goederen en diensten van de overheid moeten daar zoveel mogelijk zelf voor betalen

Slide 25 - Diapositive

Samenvatting
--> Het doelmatigheidsbeginsel - De belasting mag niet nadelig zijn voor de welvaart
--> Het draagkrachtbeginsel - De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen
--> Profijtbeginsel - Degenen die gebruik maken van de goederen en diensten van de overheid moeten daar zoveel mogelijk zelf voor betalen

Slide 26 - Diapositive

Belasting
Direct vs. indirecte belasting

Slide 27 - Diapositive

Directe belasting wordt ook .................. genoemd:
A
Belasting toegevoegde waarde
B
Persoonlijke belasting
C
Wegenbelasting

Slide 28 - Quiz

Geef een voorbeeld van een directe belasting

Slide 29 - Question ouverte

Directe belasting
- Inkomstenbelasting (loonbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting)
- Schenk- en erfbelasting
- Vennootschapsbelasting
- Dividendbelasting

Slide 30 - Diapositive

Indirecte belasting wordt ook .................. genoemd:
A
Kostprijsverhogende belasting
B
Persoonlijke belasting
C
Inkomstenbelasting

Slide 31 - Quiz

Geef een voorbeeld van indirecte belasting

Slide 32 - Question ouverte

Geef een voorbeeld van indirecte belasting

Slide 33 - Question ouverte

Indirecte belasting
Deze worden via een omweg geïnd door het kopen van goederen en diensten betaalt de consument deze belastingen. Ze worden ook wel kostprijsverhogende belastingen genoemd, omdat de consument een hogere (kost) prijs moet betalen.

  • Belasting op toegevoegde waarde (BTW), ook wel omzetbelasting genoemd
  • - Accijnzen

Slide 34 - Diapositive

Overige belasting
De belangrijkste zijn:
--> Overdrachtsbelasting
--> Onroerendezaakbelasting (OZB)

Slide 35 - Diapositive

Belasting ontlopen

Slide 36 - Diapositive

Drie soorten
- Ontwijken

- Afwendelen

- Ontduiken

Slide 37 - Diapositive

Welke vorm van belasting ontlopen is strafbaar?
A
Ontduiken
B
Afwendelen
C
Ontwijken

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Vidéo

Opmerkingen naar aanleiding van de video

Slide 40 - Question ouverte

Belastingklimaat in andere landen

Slide 41 - Diapositive

Belastingklimaat in omringende landen - Wat weet je al over belasting en tarieven in het buitenland?

Slide 42 - Question ouverte

Belastingklimaat in omringende landen

Zoek twee Europese twee niet-Europese landeen en geef aan hoe het daar geregeld is qua belasting.


In tweetallen – 10 minuten

--> Dit bespreken we straks na



timer
10:00

Slide 43 - Diapositive

Resultaat
Bespreken antwoorden hoofdstuk 2 in je werkboek

Slide 44 - Diapositive

Overzicht belastingen buitenland

Slide 45 - Diapositive