beco_balans-wv

Herhaling balans + w&v
schema's hoofdstuk 2
Bedrijfseconomie in Balans
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Herhaling balans + w&v
schema's hoofdstuk 2
Bedrijfseconomie in Balans

Slide 1 - Diapositive

Plaats de juiste begrippen op de juiste plaats in de schema's
Schulden
Kosten
Inkomsten
Bezittingen
Opbrengsten
Uitgaven

Slide 2 - Question de remorquage

Plaats de juiste betekenis op de juiste plaats in de schema's
Bezittingen
Schulden
Kosten
Opbrengsten
Uitgaven gekoppeld aan 
een gebeurtenis
Dingen die 
van jou zijn.
Inkomsten gekoppeld aan een gebeurtenis
Geld dat bij je 
bankrekening op komt.
Geld dat je 
nog moet betalen.
Geld dat van je
bankrekening af gaat.

Slide 3 - Question de remorquage

Het saldo
Bij de resultatenrekening staat onderaan altijd een saldo.
Als geldt kosten < opbrengsten staat er winst onder kosten.
Als geldt kosten > opbrengsten staat er verlies onder opbrengsten.

Door het saldo is het overzicht weer in balans.

Slide 4 - Diapositive

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je verkoopt goederen op rekening.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 5 - Question de remorquage

Je verkoopt goederen op rekening.
"Op rekening" betekent dat je een rekening verstuurd.
Je krijgt dan later geld. 

Dit geld dat je nog te goed hebt is eigenlijk een bezit. Dit schrijven we op als "Debiteuren".

Slide 6 - Diapositive

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Debiteuren betalen een rekening.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 7 - Question de remorquage

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je verkoopt goederen contant (in de winkel)
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 8 - Question de remorquage

Je verkoopt goederen contant (in de winkel)
Net zoals bij op rekening krijg je geld erbij aan de debetkant en gaat er voorraad vanaf.

Het verschil, de winst, tel je op bij je eigen vermogen.

Slide 9 - Diapositive

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je koopt goederen in op rekening.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 10 - Question de remorquage

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je koopt goederen in contant.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 11 - Question de remorquage

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je betaalt een rekening aan crediteuren.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 12 - Question de remorquage

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je betaalt de belasting van vorig jaar.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 13 - Question de remorquage

Welke posten op de balans veranderen bij deze gebeurtenis?
Je betaalt de aflossing van je hypotheek.
Omhoog
Omlaag
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Bank
Kas
Eigen vermogen
Hypotheek
Banklening
Crediteuren
Te betalen belastingen

Slide 14 - Question de remorquage