6e bijeenkomst: Examentraining 3F lezen/luisteren: Betrouwbaarheid van een tekst + samenvatten

DOEL


  • Je weet hoe je kritisch kunt lezen.
  • Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is
  • Je kunt een tekst samenvatten.

Betrouwbaarheid van teksten
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

DOEL


  • Je weet hoe je kritisch kunt lezen.
  • Je kunt beoordelen of de informatie in een tekst betrouwbaar is
  • Je kunt een tekst samenvatten.

Betrouwbaarheid van teksten

Slide 1 - Diapositive

Samenvattenen van een tekst
Het gaat dan over hoofdzaken. Niet om bijzalen.

Slide 2 - Diapositive


Wat zijn hoofdzaken?
A
Hoofdzaken geven de belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.
B
Hoofdzaken geven minder belangrijke informatie.
C
Hoofdzaken maken de tekst iets duidelijker
D
Hoofd- en bijzaken bestaan niet.

Slide 3 - Quiz

Waar vind je de hoofdzaken van een tekst?
A
kernzin van elke alinea
B
de dikgedrukte woorden
C
de tussenkopjes
D
de bijzaken

Slide 4 - Quiz

                   In welke zin van de tekst staat de belangrijkste info?
Paddenstoelen
In Nederland groeien veel verschillende soorten eetbare en niet-eetbare paddenstoelen. Zo zijn er de vliegenzwam, het eekhoorntjesbrood en het elfenbankje. Het eekhoorntjesbrood en elfenbankje horen bij de eetbare soorten. De vliegenzwam is een voorbeeld van een giftige, dus niet-eetbare, paddenstoelensoort.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn bijzaken?
A
voorbeelden, herhaling, uitleg
B
zaken bij de hoofdzaken
C
belangrijke informatie
D
personen in de tekst

Slide 6 - Quiz

1. Hoofdzaken staan meestal alleen in het begin van een tekst.
2. Bijzaken helpen je de hoofdzaken te begrijpen.
A
Alleen uitspraak 1 is juist.
B
Beide uitspraken zijn juist.
C
Alleen uitspraak 2 is juist.
D
Beide uitspraken zijn onjuist.

Slide 7 - Quiz

Wat zet je in de samenvatting?
A
hoofd en bijzaken
B
alleen hoofdzaken
C
alleen bijzaken
D
alle twee niet

Slide 8 - Quiz

Kun je nu hoofdzaken van bijzaken onderscheiden?
JA
NEE

Slide 9 - Sondage

Weet je nu wat je in een
samenvatting schrijft?
JA
NEE

Slide 10 - Sondage

Zelf aan de slag!

Slide 11 - Diapositive