Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Les 1
Je kunt voor de natuurlandschappen in Afrika beschrijven wat hun ligging is ten opzichte van de evenaar, hoeveel en hoe lang het er regent en welke begroeiing er voorkomt.
Je kunt ten minste twee voorbeelden geven van dieren die in elk van deze natuurlandschappen leven.
Je kunt beschrijven hoe het tropische regenwoud in etages is opgebouwd.
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Wat is het tropisch regenwoud?
A
Groot bos dat nog niet door mensen is aangetast
B
Bos in warme en vochtige gebieden rond de evenaar
C
Een bos met naaldbomen
D
Een akker met natte rijstbouw
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Diapositive
Wat is de savanne?
A
Grote zandvlakte in de tropen met hier en daar wat bomen.
B
Grote grasvlakte in de steppe met hier en daar wat bomen.
C
Grote zandvlakte in de steppe met hier en daar wat bomen.
D
Grote grasvlakte in de tropen met hier en daar wat bomen.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
steppe:
A
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
B
Vochtig gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
C
Gebied waar meer dan genoeg regen valt voor de groei van grassen en lage struikjes.
D
Droog gebied waar net genoeg regen valt voor de groei van bomen en lage struikjes.
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Diapositive
Welke natuurlandschappen vinden we in Afrika?
Slide 13 - Question ouverte
Slide 14 - Diapositive
Les 1
Je kunt uitleggen hoe de breedteligging van een gebied invloed heeft op de temperatuur in dat gebied.
Je kunt uitleggen hoe in het gebied rond de evenaar neerslag ontstaat.
Je kunt uitleggen waarom er in het gebied rond de 30° N.B. en 30° Z.B. weinig of geen neerslag valt.
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Leg uit wat de breedteligging te maken heeft met de temperatuur en neerslag?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Diapositive
Rond de evenaar wordt de regen veroorzaakt door de
A
Gematigde temperaturen
B
Lage temperaturen
C
Hitte
D
Niks
Slide 21 - Quiz
Leg uit waarom er rond de 30 graden breedte bijna geen neerslag valt.
Slide 22 - Question ouverte
Les 2
Je kunt uitleggen hoe vegetatiezones ontstaan door verschillen in temperatuur en neerslag en waar deze vegetatiezones op aarde voorkomen.
Je kunt beschrijven hoe zonne-energie in Afrika gebruikt wordt als duurzame energiebron.
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Leerdoelen Theorie
Je kunt beschrijven welke soorten landbouw in het tropische regenwoud voorkomen.
Je kunt drie voorbeelden geven van producten die we uit het tropische regenwoud halen.
Je kunt beschrijven welke soorten landbouw op de savanne en de steppe voorkomen.
Je kunt beschrijven hoe volken in de woestijn leven, en op welke manier er landbouw plaatsvindt.
Slide 26 - Diapositive
Slide 27 - Diapositive
Wat voor landbouw vinden we in het tropisch regenwoud?
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Nomaden zijn:
A
Mensen die in tenten leven
B
Boeren
C
Mensen zonder vaste woonplaats
D
Herders
Slide 30 - Quiz
Slide 31 - Diapositive
Wat is irrigatie?
A
Dat je je ergert aan iemand
B
Water geven aan plantjes
C
Stuwdam in een rivier bouwen
D
Zout laten worden van de bodem
Slide 32 - Quiz
Slide 33 - Diapositive
Slide 34 - Diapositive
Noodhulp
A
hulp bij honger of een andere ramp
B
samenwerken aan duurzame oplossingen
Slide 35 - Quiz
Leerdoelen overig
Je kunt de samenhang beschrijven tussen het grondgebruik en de vegetatiezones in Afrika.
Je kunt twee voorbeelden geven van ontwikkelingssamenwerking in landen die last hebben van droogte.
Je kunt het verschil uitleggen tussen noodhulp en ontwikkelingssamenwerking.