8 oktober spreektaal feest / praat je mee 7.5

3. Op je tafel:

Pen

iPad








1. Telefoon in de tas
2. Ga zitten
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

3. Op je tafel:

Pen

iPad








1. Telefoon in de tas
2. Ga zitten

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie is aanwezig?


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen?

- spreken
- schrijven




Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

PJM

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

10

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

12

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wil je iets eten of drinken?
       Nee, ik vast
Waarom vast je?
       Het is ramadan
Waarom ga je naar huis?
       Ik ben moe
Waarom geef je een feest?
       Ik ben jarig
13

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerling 1:
Ik geef een feest, kom je ook?

Wil je iets drinken?

Wil je iets eten?

13
Leerling 2:
Ja, ik kan/Nee, ik kan niet

Nee, dank je/ Nee, ik vast. Ik drink niks.

Nee, dank je. / Nee, ik vast. Ik eet niks.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

spreektaal - familie en vrienden 2

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke woorden horen bij 'feest'?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Wie geeft een feest?
Wanneer is het feest?
Hoe laat begint het feest?
Wat is het telefoonnummer van Jim en Naomi?
Wie geeft het feest?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is het feest?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe laat begint het feest?

Slide 17 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister naar het telefoongesprek.

Je hoort René en Naomi. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom kan René niet komen?
A
Hij moet naar school.
B
Hij heeft een afspraak.
C
Hij moet werken.
D
Hij is ziek.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Met Naomi Willems. 
Hoi Naomi, ...................René.
Hoi. Hoe gaat het? 
............................ Bedankt voor je uitnodiging.
Zullen we een andere keer afspreken? 
Ja, dat is goed. Veel ........ op je feest.
Ik kan niet komen. 
Oh, wat ……………… .

Slide 21 - Question de remorquage

schrijf het missende woord op
Hoeveel woorden hoor je?

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoeveel woorden hoor je?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 23 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

2. Hoeveel woorden hoor je?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 24 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

3. Hoeveel woorden hoor je?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 25 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

4. Hoeveel woorden hoor je?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 26 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

5. Hoeveel woorden hoor je?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 27 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

6. Hoeveel woorden hoor je?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 28 - Quiz

Lees de volgende zinnen voor:
1.Naomi is jarig.
2. Daarom vieren wij feest.
3.Ik kan helaas niet komen.
4. Ik moet werken.
5. Jij bent mijn beste vriend.
6.Zullen we een andere keer afspreken?

Slide 29 - Diapositive

oefen samen en laat het in tweetallen horen
Ga staan als je jouw geboortedatum hoort

Slide 30 - Diapositive

Zet de geboortedata van de leerlingen op een lijstje. Noem steeds een geboortedatum van een leerling. De leerling die zijn / haar geboortedatum hoort, staat op.
3. Op je tafel:

Pen

iPad








1. Telefoon in de tas
2. Ga zitten

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dag is het vandaag?

Welke dag was het gisteren?
Welke dag is het morgen?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Trillen
Op tijd
Te laat
Uit
Aan
Sorry
Kapot
Roken
Binnen
Buiten
Het hek
1

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister en doe
3

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
Morgen
Gisteren
(overmorgen, eergisteren)
6

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions