H.2 Herhaling

Herhaling H.2 Goed en kwaad
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Herhaling H.2 Goed en kwaad

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?


  • Je beheerst alle leerdoelen van afgelopen periode.

Slide 2 - Diapositive

Wat weet je nog over helden en schurken?

Slide 3 - Carte mentale

Helden
Archetype --> oermodel.
Voor het oermodel van de traditionele held moeten we terug naar de Griekse mythes met avonturen van stoere mannen zonder angst. Herakles die met een leeuw vocht. Griekse heros is jong, knap, sterk en nagenoeg onoverwinnelijk. Helden vervelen nooit. 

Oorspronkelijk --> Man is held, vrouw moest worden gered. Van dit stereotype wijken we tegenwoordig af. Vrouwen zijn net zo heldhaftig als mannen. 

Slide 4 - Diapositive

Schurken

Helden en schurken zijn van elkaar afhankelijk. Zonder kwaad geen goed. Je kan echter begrip krijgen voor de schurk, zoals in Maleficent waar je het sprookje van Doornroosje door de ogen van de gemene heks ziet. 
Helden kom je niet alleen in verhalen tegen; de wereld is bevolkt met mogelijke helden. 
Het kunnen anderen zijn die iemand tot held (of schurk) benoemen, maar het is ook heel normaal om jezelf als held te presenteren, denk maar aan politici. 

Slide 5 - Diapositive

Wat weet je nog over het publiek?

Slide 6 - Carte mentale

Publiek
Een held heeft publiek nodig. Sociale mediaplatforms lijken een ideale omgeving om heldendom te vergaren. Het is menselijk om jezelf van je beste kant te willen laten zien. Niemand zal zichzelf vrijwillig als schurk presenteren. Zelfs de grootste schurken uit de geschiedenis zagen zichzelf waarschijnlijk als held. Het is maar net wie er kijkt.

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn hyperlinks?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen leesroute en leeshouding?

Slide 9 - Question ouverte

Digitaal lezen
Hyperlinks --> linkjes waar je op kunt klikken waardoor je uit de tekst gaat en ergens anders belandt. Kan leiden naar extra uitleg, video met achtergrondinformatie of een brontekst waar de auteur naar verwijst. Leveren dus veel extra informatie op. 
Leesroute --> Klik je op alle linkjes of niet? 
Leeshouding --> doelloos surfen of informatie opzoeken. Actieve en geconcentreerde leeshouding, gericht op het zo goed mogelijk begrijpen van de tekst. 

Slide 10 - Diapositive

Welke drie fasen doorloop je als je op zoek gaat naar informatie?

Slide 11 - Question ouverte

Bruikbaarheid van teksten
Alles is op te zoeken, als je maar weet hoe. Hoe preciezer je weet wat je zoekt, hoe gemakkelijker het zoeken wordt. 

Slide 12 - Diapositive

Round character
Flat character
We lezen veel karaktereigenschappen
Maakt ontwikkeling door
Verrast soms in het verhaal
Voorspelbaar
Weinig 'laagjes' in karakter

Slide 13 - Question de remorquage

Hoofdpersonen
Bijfiguren
Leer je kennen door wat ze denken en voelen
Medespelers en figuranten
Round characters
Flat characters
Hebben altijd een probleem
Types
Zijn vaak helper / tegenstander

Slide 14 - Question de remorquage

Hoofdpersoon
Bijpersoon
Kenmerken
Heeft een dienende rol
Karakter is nauwelijks uitgewerkt
Flat character
Round character
Compleet en geloofwaardig
Uitgewerkt karakter

Slide 15 - Question de remorquage

Verhalen over mensen
Personage --> persoon in een roman. 
Round character --> een complete hoofdpersoon. 
Type --> een personage met één persoonskenmerk. 
Flat character --> Bijfiguren die oppervlakkig beschreven worden. 

Slide 16 - Diapositive

Woordenschat

afhankelijk zijn van - belichamen - bewonderenswaardig - depressief - intens - de legende - de medemens - roemrijk - stereotype - vergaren - allerhande - blikveld - commissie - dateren uit - lancering - ontlezing - perspectief - schaduwkant - tijd uittrekken voor - verruimen - aanklacht - getuige - grondlegger - omstreden - ongezouten - sokkel - vaderlands - verguisd - wandaad - weerleggen - autoritair - drijfveer - meegaand - meester zijn in - netwerk - personage - relatie - tegenkracht - troonopvolging - villa. 

Blooket en/of Drillster

Slide 17 - Diapositive