Thema 4: BS 2: 'De vrouw'

• Biologie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

BS2 De vrouw

Primair 

geslachts-

kenmerk

Secundair 

geslachts-

kenmerk

Vagina

Schaamhaar

Een lage stem

Balzak

Schaamlippen

Borsten

Deze les

-Terugblik BS 1

-Uitleg BS 2 'De vrouw'

-Opgaven maken

Leerdoelen

-Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken

-Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven

Welke letter is de clitoris?

1. P
2. R
3. S
4. T

www.instagram.com

Baarmoeder en eierstokken

Eierstokken - bevat (onrijpe) eicellen, elke maand rijpt er 1 (vanaf puberteit)

Eileider - hier vindt bevruchting plaats. Zaadcellen/eicellen kunnen hier enkele dagen overleven

Baarmoeder - hier groeit na bevruchting een kind

Het voortplantingsstelsel

van de vrouw (bouw)

Clitoris: bestaat uit zwellichamen en is gevoelig voor prikkels

alleen de clitoriseikel is zichtbaar en wordt bedekt door de clitorishoed

Je hebt binnenste- en buitenste schaamlippen

De wand van de binnenste schaamlippen bevatten slijmklieren

Maagdenvlies

-Randje weefsel aan het begin van de vagina

-Het is GEEN dicht vlies, dat door geprikt kan worden (met een tampon of tijdens penetratie)

-Sommige meisjes hebben geen maagdenvlies

Het voortplantingsstelsel

van de vrouw (werking)

Vanaf de puberteit rijpt er één follikel per maand 

Follikel = rijpende eicel met laagje cellen er omheen

Bij de ovulatie of eisprong komt de eicel vrij uit de eierstok en komt terecht in de eileider

Gele lichaam = wat achterblijft van de follikel in de eierstok na de ovulatie. Het gele lichaam produceert hormonen.

Follikel

-Cellen in de eierstokken in rust toestand + laagje cellen = jonge follikel

-In de puberteit rijpen deze jonge follikels in de eierstokken

-In enkele follikel ontstaat een holte met vocht

Ovulatie

-1x per maand is er een follikel rijp

-puilt buiten de eierstok -> neemt vocht op -> barst open = ovulatie of eisprong

-follikelweefsel dat achterblijft = gele lichaam (produceren hormonen)

-De vrijgekomen eicel wordt opgevangen door de eileider en de eileider vervoert de eicel naar de baarmoeder

Baarmoeder

Eicel

Vagina

Eileider

Eierstok

Baarmoedermond

Baarmoederwand

Baarmoederhals

Menstruatie

Menstruatie = afstoten van een deel van het baarmoederslijmvlies

Door samentrekking van de spierlaag van de baarmoeder wordt slijm + bloed afgevoerd

Menstruatiecyclus

-Na de menstruatie wordt het slijmvlies weer opgebouwd (klaargemaakt voor zwangerschap)

-Ovulatie vind ongeveer 14 dagen na het begin van de menstruatie plaats. 

-Wordt de eicel niet bevrucht? begint de menstruatie op de 29e dag

-Menstruatiecyclus: Terugkerende opbouw en afstoting van het baarmoederslijmvlies

Slijmvlies in de baarmoeder bevat veel bloedvaten

Hierin vindt de ontwikkeling van eicellen plaats

Deze vervoeren eicellen

Is gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven

In de wand liggen klieren die bij seksuele opwinding slijm produceren

Hierlangs worden bij de menstruatie slijmvlies en bloed afgevoerd

Hierin ontwikkelt een bevruchte eicel zich tot een kind

clitoris

eileiders

eierstokken

binnenste schaamlippen

vagina

baarmoeder

Hormonen

Hormonen: stoffen die de werking van organen regelen

Een hormoon werkt alleen op organen/weefsel die gevoelig zijn voor dat hormoon

Hypofyse: hormoonklier die werking voortplantingsorganen regelt

Vrouwelijk geslachtshormoon: oestrogeen

Hypofyse

-In de puberteit maakt de hypofyse stimulerende hormonen aan

-Deze hormonen zorgen ervoor dat cellen in rijpende follikels oestrogenen gaan produceren

-Oestrogenen zorgen voor secundaire geslachtskenmerken bij meisjes

De overgang

Bij vrouwen van 50+:

-Er worden steeds minder hormonen aangemaakt

-Een vrouw komt in de overgang

-Er komt steeds minder vaak een eicel tot ontwikkeling

-Na de overgang rijpen er geen follikels meer -> niet meer zwanger/ongesteld

Zelf werken

Huiswerk:

Opdr. 1 t/m 5 maken (in je boek!)