1.1 Problemen in de kerk

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat ketters zijn en hoe de kerk hen bestreed.
  • Je kunt uitleggen welke kritiek er rond 1500 op de kerk kwam.
  • Je kunt beschrijven hoe de christelijke kerk in de 16e eeuw uiteenviel en enkele gevolgen daarvan noemen.
  • Je kunt uitleggen wat de Contrareformatie inhield.
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat ketters zijn en hoe de kerk hen bestreed.
  • Je kunt uitleggen welke kritiek er rond 1500 op de kerk kwam.
  • Je kunt beschrijven hoe de christelijke kerk in de 16e eeuw uiteenviel en enkele gevolgen daarvan noemen.
  • Je kunt uitleggen wat de Contrareformatie inhield.

Slide 1 - Diapositive

Ketterij en inquisitie
  • Door de kritiek op de macht van de R.K. Kerk, ontstonden rond 1100 nieuwe kloosterorden waarbij armoede en eenvoud terug werden gebracht
  • Voor mensen die de leer van de katholieke kerk niet aanvaarde (ketters genoemd) werd de inquisitie opgericht (speciale rechtbank)
  • Als deze ‘ketters’ niet terugkeerden naar de officiële kerkleer, werden ze levend verbrand.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Kritiek op de kerk
  • Door de humanisten groeide in de 16e eeuw de kritiek op de R.K. Kerk.
  •  Er ontstond kritiek op onder andere: de macht en rijkdom, aflatenhandel, sacramenten (heilige handelingen), de priester als tussenpersoon tussen God en de mens, verering van heiligen en heiligenbeelden.
  • Deze zaken stonden allemaal niet in de bijbel en hervormers zoals Maarten Luther wilden terug naar de oorsprong!

Slide 4 - Diapositive

Gebeurtenis  => 1521: Rijksdag in Worms

Slide 5 - Diapositive

Calvijn en het calvinisme

Een andere hervormer was Johannes Calvijn.

Verschil met Luther:

- Volgens Calvijn stond vóór iemands geboorte al vast of hij naar de hemel of hel ging (predestinatieleer).

- Volgens Calvijn mocht je in opstand komen als de heerser niet het juiste geloof had

- Vanaf 1540 verspreidde het calvinisme (protestantse leer van Calvijn) zich vooral in de Nederlandse gewesten.


Slide 6 - Diapositive

De kerk valt uiteen
  • Luther, Calvijn en hun aanhangers werden door de paus uit de R.K. Kerk gezet. Daardoor viel de christelijke kerk in twee stromingen uiteen.
  • Lutheranen en Calvinisten richten hun eigen kerk op (de Reformatie of kerkhervorming).
  • Protestantse kerken waren sober zonder heiligenbeelden en de mis werd voorgedragen door een dominee
  • Dominees mochten trouwen, er was geen celibaat (verbod om te trouwen en seks te hebben zoals bij katholieken)
  • Er ontstonden in het Duitse Rijk vele godsdienstoorlogen en later ook in de Nederlanden waar de Spaanse koning (Karel V en later Filips II) het protestantisme bestreden.

Slide 7 - Diapositive

De contrareformatie (reactie van de katholieken)
Katholieke leiders begrepen ook wel dat niet alle kritiek onterecht was en er werden aanpassingen gedaan:
  •  Men schreef heel precies op wat het katholieke geloof inhield. 
  • er kwamen leerboeken voor gewone gelovigen
  • De ideeën van Christus moesten weer het belangrijkst worden.
  • Priesters moesten naar speciale scholen, zodat ze beter werden opgeleid en moesten zich aan strenge regels houden.
  • Aflaten werden afgeschaft
  • katholieke kloosters werden meer sober

Slide 8 - Diapositive

Begrippen
  • Ketter: iemand die belangrijke delen van de officiële leer van de katholieke kerk afwijst.
  • Inquisitie: kerkelijke rechtbank die zich bezighoudt met de opsporing en berechting van ketters.
  • Aflaatbrief: brief van de kerk waarin staat dat je (eerder) in de hemel zult komen.
  • Hervormer: iemand die kritiek heeft op de kerk en deze wil veranderen (hervormen).
  • Rooms-katholieken: christen die gehoorzaamt aan de paus in Rome en de leer van de kerk in Rome aanvaardt. Vaak kortweg ‘katholiek’.
  • Protestanten: iemand die het niet eens is met de leer van de katholieke kerk en die heeft gekozen voor de leer van een hervormer.
  • Lutheranen: volgeling van de hervormer Luther.
  • Calvinisten: volgeling van de hervormer Calvijn.
  • Hervorming: het ontstaan van nieuwe, protestantse kerken naast de katholieke kerk, als gevolg van de kritiek van hervormers. Ook: Reformatie.
  • Reformatie: hervorming.
  • Dominee: protestant die het vak godsdienst heeft gestudeerd en in een kerk de dienst leidt (ook wel: predikant).







Slide 9 - Diapositive

Begrippen
  • Nederlanden: oude naam van het gebied dat ongeveer het huidige Nederland, België en Luxemburg omvat.
  • contrareformatie: de reactie van de katholieke kerk op de Reformatie, waarbij zij een aantal aanpassingen doorvoerde om het vertrouwen in de kerk te herstellen.

Slide 10 - Diapositive