3.4 Ruiken en proeven (1 les)

Planning vandaag
7 min. herhaling 3.1 t/m 3.3
8 min. uitleg 3.4
25 min. werken aan opdrachten + toets voorbereiding
5 min. lesafsluiting
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Planning vandaag
7 min. herhaling 3.1 t/m 3.3
8 min. uitleg 3.4
25 min. werken aan opdrachten + toets voorbereiding
5 min. lesafsluiting

Slide 1 - Diapositive

Sleep het zintuig naar het juiste orgaan.
oog
oor
tong
neus
huid
gehoorzintuig
licht- zintuig
smaak-zintuig
warmtezintuig
reuk-zintuig
tast-zintuig
pijn- zintuig

Slide 2 - Question de remorquage

Lichtprikkels van de patat komen op zintuigcellen in                .
Impulsen lopen vanaf                                         via                                      naar                                                  .
het oog
de hersenen
het ruggenmerg
de armspier

Slide 3 - Question de remorquage

lens
iris
netvlies
oogzenuw
glasachtig lichaam

Slide 4 - Question de remorquage

Op welk vlies wordt het licht dat je oog binnenkomt geprojecteerd?
A
harde oogvlies
B
hoornvlies
C
vaatvlies
D
netvlies

Slide 5 - Quiz

Waardoor kun je scherp zien?
A
Doordat er een beeld op het netvlies ontstaat.
B
Doordat de vorm van het netvlies verandert.
C
Doordat de bolvorm van de ooglens verandert.
D
Doordat het beeld op het netvlies wordt omgedraaid.

Slide 6 - Quiz

Gehoorzenuw
slakkenhuis
gehoorbeentjes
evenwichts orgaan
trommelvlies
buis van Eustachius
oorschelp
gehoorgang

Slide 7 - Question de remorquage

Herhaling Leerdoel: Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken
Oorsmeerkliertjes
Buis van Eustachius
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal)

Vervoert impulsen naar de hersenen

Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes

Houden het trommelvlies soepel

Regelt de luchtdruk in de trommelholte. 

Slide 8 - Question de remorquage

3.4 Ruiken en proeven

Slide 9 - Diapositive

Leerdoelen 3.4
1. Je kunt  uitleggen hoe het reukzintuig in je neus werkt.
2. Je kunt uitleggen hoe je smaakzintuig op je tong werkt.
3. Je kunt de 5 soorten smaakzintuigen noemen.
4. Je kunt uitleggen hoe je met je reukzintuig én smaakzintuig je eten proeft.
5. Je kunt omschrijven waardoor eetgewoonten en voorkeur ervoor kunnen zorgen of je iets lekker vindt of vies.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Ruiken is belangrijk!

Kan ons beschermen:
- voor gevaar, denk aan brandlucht of gaslucht
- voor bedorven voedsel, je ruikt vaak wanneer je eten niet goed meer is

Slide 12 - Diapositive

De neus 
Ruiken doe je met reukzintuig in je neus.
1. Reukzintuig in je neus neemt geur waar.
2. Prikkel (geur) wordt impuls.
3. Impuls gaat via reukzenuw naar de hersenen.
4. Hersenen geven aan welke geur het is.

Slide 13 - Diapositive

Tong

- Ruwe structuur
- Op je tong liggen kleine uitsteeksels: smaakpapillen
Hiertussen liggen smaakzintuigen
- Smaakstoffen prikkelen de smaakzintuigen als je eet of drinkt

Slide 14 - Diapositive

Hoe neem je smaak waar?

Slide 15 - Diapositive

Proeven
Ruiken helpt bij het waarnemen van een smaak.

Bij proeven voegen je hersenen de informatie van de smaakzintuigen (zoet, zout, zuur, bitter en umami) en van het reukzintuig samen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Lekker of vies?
hangt af van:
- hoe iets eruit ziet (lichtzintuig)
- hoe iets ruikt (reukzintuig)
- hoe iets voelt (koude-, warmte- en tastzintuigen)
- eetgewoonten
- ervaring (iets ''leren'' eten)

Slide 18 - Diapositive

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 3.4
Maken: opdracht 2 t/m 11

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf (3.1 t/m 3.4)

timer
8:00

Slide 19 - Diapositive

Je loopt de keuken in, daar staat een appeltaart, net uit de oven. Wat is de juiste volgorde van onderstaande gebeurtenissen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Er komen geurstoffen vrij uit de appeltaart
Je reukzintuig wordt geprikkeld
Je weet wat je ruikt: appeltaart
Er gaan berichten van je reukzintuig naar je hersenen
Je besluit een stukje taart te nemen
Er gaan berichten van de hersenen naar je armspieren

Slide 20 - Question de remorquage

Slide 21 - Vidéo