Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Vandaag:
1. Tijdlijn
2. Beeldbronnen
3. Oorzaak-gevolg
Slide 2 - Diapositive
Tijdlijn.
Waar zijn we precies gebleven?
Slide 3 - Diapositive
Tijdlijn.
Leg de kaartjes met de gebeurtenissen op de juiste chronologische volgorde.
Begin bij de gebeurtenis die het langst geleden is gebeurd
Slide 4 - Diapositive
Beeldbronnen
Hoe pak je dat nu aan?
Voorbeeld vraag:
Leg uit waarom dit schilderij juist in de Gouden Eeuw is geschilderd?
Slide 5 - Diapositive
Op twee manieren kijken
Analyseren
interpreteren
'Ik zie een blije man/Ik zie een man die lacht'
'De persoon heeft een helm op en een wapen vast/de man is een soldaat'
Slide 6 - Diapositive
3 stappen van analyse
Wat zie je? (analyseren)
Waarop heeft de bron betrekking/ waar gaat de bron over? (interpreteren)
Wat is de boodschap van de maker?
Slide 7 - Diapositive
timer
5:00
Schilderij van Jan Steen. (1655) Adolf en Catharina Croeser aan de Oude Delft
Slide 8 - Diapositive
timer
5:00
Slide 9 - Diapositive
Het aantal slaven dat per jaar werd verscheept
timer
5:00
Slide 10 - Diapositive
Conclusie
Eerst analyseren
dan interpreteren
Slide 11 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat een oorzaak is.
Slide 12 - Question ouverte
Oorzaken en gevolgen
In de geschiedenis hebben we het bijna altijd over oorzaken en gevolgen.
1. Wat is het verschil tussen oorzaken en gevolgen?
2. Welke verschillende oorzaken bestaan er?
3. Welke verschillende gevolgen bestaan er?
Slide 13 - Diapositive
Oorzaken
Wat vinden wij dat een oorzaak is?
Er zijn twee verschillende soorten oorzaken:
indirecte oorzaken
directe oorzaken
wat is het verschil?
Slide 14 - Diapositive
Indirecte oorzaak
Directe oorzaak
Gevolg
De emmer loopt over
Ik heb een gat in het dak gemaakt met een hamer.
Het begint te regenen.
Mijn dak is oud en versleten
De hele zomer heb ik het dak niet gemaakt. Het was toch droog!
Ik heb een emmer gekocht, altijd handig!
Slide 15 - Question de remorquage
Oorzaken
Er is dus altijd:
één gevolg
één directe oorzaak
meerdere indirecte oorzaken
Slide 16 - Diapositive
Leg in je eigen woorden uit wat een gevolg is?
Slide 17 - Question ouverte
Opdracht oorzaak-gevolg
Wat ?
Je opent de enveloppe en gaat aan de slag met de opdrachten
hoe?
Je werkt samen met je groepje voor deze opdracht krijgen jullie 20 min de tijd
Waarom?
De opdrachten helpen je met het verschil tussen oorzaken en gevolgen door er zelf mee aan de slag te gaan. Omdat de opdracht is gemaakt over de Gouden Eeuw herhaal je ook nog eens de stof van de vorige periode.