5.2 Rekenen met snelheid

5.2 Rekenen met snelheid
5.2.1 Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
5.2.2 Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
5.2.3 Je kunt berekenen hoelang een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

5.2 Rekenen met snelheid
5.2.1 Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
5.2.2 Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
5.2.3 Je kunt berekenen hoelang een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.

Slide 1 - Diapositive

Terugblik
  1. Je kunt uitleggen wat snelheid is.
  2. Je kunt twee eenheden van snelheid benoemen.
  3. Je kunt de snelheid in m/s en km/h naar elkaar omrekenen.

Slide 2 - Diapositive

De auto op de foto rijdt met een constante snelheid van 25 m/s. Hoe groot is de snelheid van de auto in km/h?

Slide 3 - Question ouverte

Snelheid
  • Gemiddelde snelheid:
  • Afstand die je in een bepaalde tijd aflegt.
  • Je kunt dit opschrijven in een formule:
gemiddelde snelheid = afstand : tijd

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 1
Abraham rijdt een rally van 240 km met veel bochten, maar ook rechte stukken. In de bochten is hij veel langzamer dan op de rechte stukken weg. Hij doet 2 uur over de rally.
Bereken de gemiddelde snelheid van Abraham.
gegevens:
afstand = 240 km
tijd = 2 h
gevraagd:
gemiddelde snelheid = ?

Uitwerking:
  • gemiddelde snelheid = afstand : tijd
  • gemiddelde snelheid = 240 km : 2 h = 120   km/h.
  • De gemiddelde snelheid van Abraham is   120 km/h.

Slide 5 - Diapositive

Afstand
Bij natuurkunde noem je de afstand ook wel de afgelegde weg.
De afgelegde weg is dus een ander woord voor afstand.
Je zegt dat de afgelegde weg 200 kilometer is.



  • Als je de afstand wilt berekenen die je   aflegt, gebruik je de formule:
  • afstand = gemiddelde snelheid × tijd

Slide 6 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 2
Dilana rijdt op haar scooter van huis naar school. Dilana is 24 minuten onderweg. Ze rijdt met een gemiddelde snelheid van 40 km/h.
Reken de afstand uit tussen haar huis en de school.
gegevens:
gemiddelde snelheid = 40 km/h
tijd = 24 minuten = 24 : 60 = 0,40 h
gevraagd:
afstand = ?

Uitwerking:
  • afstand = gemiddelde snelheid × tijd
  • afstand = 40 km/h × 0,40 h = 16 km
  • De afstand tussen Dilana’s huis en school is 16 km.

Slide 7 - Diapositive

Tijd uitrekenen



  • De gemiddelde snelheid is 25 kilometer per uur. 
  • Je moet in totaal 50 kilometer afleggen.
  • Over 25 kilometer doe je 1 uur.
  • Over 50 kilometer doe je 50 km : 25 km/h = 2 uur.
  • De totale tijd die je onderweg bent is dus 2 uur.
Als je de tijd wilt berekenen die je onderweg bent, gebruik je de formule:

tijd = afstand : gemiddelde snelheid

Slide 8 - Diapositive

Voorbeeldopdracht 3
gegevens:                                                    gevraagd:                              
afstand = 9 km                                                tijd = ?
gemiddelde snelheid = 18 km/h


Uitwerking:
  • uitwerking
  • tijd = afstand : gemiddelde snelheid
  • tijd = 9 km : 18 km/h = 0,5 h = 30 min. 

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig werk
  • Wat: lees paragraaf 5.2 op blz. 85 t/m 88 en maak opgaven 1 t/m 10 op blz. 89 t/m 92
  • Hoe: helemaal stil!
  • Hulp: docent
  • Tijd: ???? minuten lang
  • Huiswerk: opdrachten 1 tm 17 van H3.2 op blz. 89 t/m 96
  • Klaar? kijk de opgaven digitaal na 
timer
10:00

Slide 10 - Diapositive

Alle formules
formules: 
  • gemiddelde snelheid = afstand / tijd (v=s:t)
  • afstand = gemiddelde snelheid x tijd (s=vxt)
  • tijd = afstand / gemiddelde snelheid (t=s:v)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Afsluiting
5.2.1 Je kunt de gemiddelde snelheid van een voorwerp berekenen.
5.2.2 Je kunt de afstand berekenen die een bewegend voorwerp aflegt in een bepaalde tijd.
5.2.3 Je kunt berekenen hoelang een bewegend voorwerp over een bepaalde afstand doet.

Slide 13 - Diapositive