Les 5: Stikken, verslikken en reanimatie

Les 5: Stikken verslikken en reanimatie 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 5: Stikken verslikken en reanimatie 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning 
Les 1
Oriëntatie  en introductie 
Les 2
Primary survey en Secondary survey  
Les 3
Logroll en buikonderzoek 
Les 4
Stop de bloeding
Les 5 
Reanimatie 
Les 6  
Oefenen van casussen 
Les 7
Oefenen van casussen 
Les 8
BOOTCAMP
Planning 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
Aan het einde van deze les weet je hoe je moet handelen bij stikken, hoe je moet reanimeren, wat ALS is en hoe je een AED gebruikt.

Slide 3 - Diapositive

Introduceer het doel van de les en vertel kort wat de leerlingen aan het einde van de les zullen weten.
Wat weet je al over stikken, reanimatie, ALS en AED?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Stikken
Stikken gebeurt wanneer er iets vast komt te zitten in de luchtwegen en je niet meer kunt ademen. De Heimlich greep kan helpen bij verstikking.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat stikken is en hoe de Heimlich greep werkt. Laat eventueel een filmpje zien van de Heimlich greep.
Reanimatie
Reanimeren is het overnemen van de ademhaling en bloedsomloop van iemand die bewusteloos is. De stappen zijn: controleer bewustzijn, bel 112, start reanimatie.

Slide 6 - Diapositive

Beschrijf wat reanimatie is en wat de stappen zijn. Laat eventueel een filmpje zien van reanimatie.

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

wat is het verschil tussen een reanimatie en een ziekenhuis reanimatie?

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt op als je het filmpje ziet?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

AED
Een AED is een apparaat dat kan worden gebruikt bij iemand met een hartstilstand. Het apparaat geeft stroomstoten af om het hart weer op gang te brengen.

Slide 11 - Diapositive

Leg uit wat een AED is en hoe het werkt. Laat eventueel een filmpje zien van het gebruik van een AED.

Slide 12 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefening: buikstoten (Heimlich greep)
Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met de Heimlich greep. Let erop dat ze elkaar niet te hard vastpakken.

Slide 13 - Diapositive

Laat de leerlingen oefenen met de Heimlich greep. Zorg voor voldoende ruimte in het lokaal en houd toezicht.
Oefening: Reanimatie
Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met reanimatie op een reanimatiepop. Let erop dat ze elkaar niet te hard op de borst slaan.

Slide 14 - Diapositive

Laat de leerlingen oefenen met reanimatie. Zorg voor voldoende reanimatiepoppen en houd toezicht.
Oefening: AED
Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met het gebruik van een AED op een AED-trainer. Let erop dat ze elkaar niet te hard met de elektroden op de borst slaan.

Slide 15 - Diapositive

Laat de leerlingen oefenen met het gebruik van een AED. Zorg voor voldoende AED-trainers en houd toezicht.
Samenvatting
Herhaal kort wat er is geleerd in de les. Vraag de leerlingen of ze nog vragen hebben.

Slide 16 - Diapositive

Herhaal kort wat er is geleerd in de les en beantwoord eventuele vragen van de leerlingen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.