Deviant op weg naar 1F Thema 3 Spelling en Grammatica

Welkom 
Les Nederlands
Spelling & Grammatica
Thema 3 - hoofdstuk 2
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom 
Les Nederlands
Spelling & Grammatica
Thema 3 - hoofdstuk 2

Slide 1 - Diapositive

Heb je zin in de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Sondage

Terugblik:
  • Even terug naar thema 2...
  • Wat heb je toen geleerd:
  • Lidwoord
  • Zelfstandig naamwoord
  • Bijvoeglijk naamwoord

  • We gaan nog even herhalen...

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn lidwoorden?
A
deze, het, eentje
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
de, het, een

Slide 6 - Quiz

De slimme leerling snapt iets niet.

Welk woord is het lidwoord?
A
de
B
slimme
C
niet
D
leerling

Slide 7 - Quiz

Vandaag ga ik de bloemen in een pot zetten.
Wat zijn de lidwoorden in de zin?
A
ga, de
B
in, een
C
een, pot
D
de, een

Slide 8 - Quiz

Wat is het onbepaalde lidwoord?
A
een
B
de
C
het
D
de, het

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het, een
B
grote, mooie, rode
C
boom, boek, tafel
D
lopen, werken, denken

Slide 12 - Quiz

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het zelfstandig naamwoord?
A
slimme
B
leerling
C
snapt
D
de

Slide 13 - Quiz

De man woont op een boerderij.
Wat zijn in deze zin de zelfstandig naamwoorden?
A
man, woont
B
man, boerderij
C
woont, op
D
een boerderij

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Slide 16 - Diapositive

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 17 - Quiz

Ik heb 'n mooie pen in m'n rode etui.
Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden in de zin?
A
pen, etui
B
ik, heb
C
in, m'n
D
mooie, rode

Slide 18 - Quiz

De glazen vaas is kapot.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
vaas
C
kapot
D
glazen

Slide 19 - Quiz

Doel
Aan het einde van deze les:

  • Weet jij wat een werkwoord is.
  • Weet jij nog beter wat lidwoorden, zelfstandig naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden zijn.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Diapositive

Wat zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 23 - Quiz

De slimme leerling snapt het niet.

Welk woord is het werkwoord?
A
snapt
B
de
C
leerling
D
slimme

Slide 24 - Quiz

mooie, rode, zachte
de, het, een
Vragen, slapen, fietsen.

Slide 25 - Question de remorquage

Het werkwoord
Blz 83:

We lezen samen de theorie.

Slide 26 - Diapositive

Maken
  • Blz 83 opdracht 1:
Schrijf 10 werkwoorden op.
  • Blz 84 opdracht 2 en 3:
Zet een streep onder het werkwoord.
  • Blz 85 opdracht 4 en 5:
Maak de opdrachten over: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 27 - Diapositive

Wat heb je geleerd deze les?

Slide 28 - Carte mentale

Hoe goed ging de les?
Heb je de doelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage