H2D P3 les 4- BZL (9-03-2021)

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Mevrouw van der Biezen

Formatieve toets H5

30 maart 2021 (online bookwidget)

Programa de hoy

• Corregir los deberes
  
• Repaso hay, ser, estar
  
• Los interrogativos
  
• Taaldorp
  

Los deberes

Aprender:

Vocabulario 5.3 + Frases clave 1

Neem even door hay, ser, estar

Hacer: 

Tekstboek Gente Joven p.69, Ejercicio 1A y B 

Silvia	Victor	Allebei
	un libro

Unas gafas de sol

un videojuego

un cómic

una camiseta

una raqueta de ping - pong

unos zapatos

un bolígrafo

una carpeta

unas zapatillas de deporte 

¿En qué tienda?

Tienda de ropa unisex

Tienda de deportes

Heladería

Librería papelería

Zapatería

Informática, imagen y sonido

Repaso

Tekst

Hay

Ser

Estar

zijn

er is/ er zijn

zijn/ zich bevinden

Wanneer wordt 'ESTAR' gebruikt?

1. Tijdsaanduiding Tijdelijke situatie
2. Plaatsaanduiding Tijdelijke situatie
3. Tijdelijke situatie Beroep

Zijn dit de vervoegingen van hay , ser of estar?

soy

eres

es

somos

sois

son

Waarom wordt 'ser' gebruikt?
Carlos es marido de Ana.

1. beroep
2. plaatsaanduiding
3. relatie
4. afkomst

Kies de juiste vervoeging.
Alicia ________ nerviosa.

1. es
2. está
3. soy
4. estás

_______________ dos casas.

_______________ en casa.

hayamos

hay

estoy

estamos

Wanneer wordt 'ser' gebruikt?

1. beschrijving, beroep, relatie, tijdsaanduiding, definitie, afkomst
2. beschrijving, beroep, relatie, plaatsaanduiding, definitie, afkomst
3. beschrijving, beroep, tijdelijke situatie, plaatsaanduiding, definitie, afkomst

Los interrogativos

De vraagwoorden

Los interrogativos 

      Vragende voornaamwoorden

¿Qué?	Wat?
¿Quién?	Wie?
¿Cómo?	Hoe?
¿Dónde?	Waar?
¿Cuándo?	Wanneer?
¿Cuál?	Welk(e)?

¿A dónde?	Waarheen?
¿De dónde?	Vanwaar?
¿Por qué?	Waarom?
¿Cuánto/a/os/as?	Hoeveel?

¡A trabajar!

¿Qué? Voc p. 18 ejercicio 14

¿Cómo? Individualmente 

¿Tiempo? 5 minutos 

¿Meta? Aprender los interrogativos 

Taaldorp - vanaf p.23 

Conversación 1 : En la tienda de ropa

Conversación 2: En la librería

Conversación 3: En la tienda de regalos 

Conversación 4: En la tienda de deportes

Wat gaan we vandaag doen?

Op p. 23 ga je het gesprek vertalen naar het Spaans. De zinnen staan in het Nederlands. 

Gebruik geen google translate  wel frases clave :) 

Los deberes 

Lezen: 

Los interrogativos lezen

Maken: 

Voc p. 18 ejercicio 14

Conversación 1. Taaldorp