Medische terminologie

Medische terminologie
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3,4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Medische terminologie

Slide 1 - Diapositive

Rode bloedcel
Witte bloedcel
Bloed-plaatje
Erythrocyt
Trombocyt
Leukocyt

Slide 2 - Question de remorquage

Slagader
Ader
Haarvat
Spier
Zenuw
Nervus
Musculus
Arterie
Capillair
Vene

Slide 3 - Question de remorquage

Heeft te maken met....
...de anus
...de mond
...het hart
...de longen
Pulmonaal
Oraal
Rectaal
Cardiaal

Slide 4 - Question de remorquage

Als een aandoening eindigt op -itis, dan is er sprake van een....
A
abnormale opening
B
vernauwing
C
ontsteking
D
breuk

Slide 5 - Quiz

Noem minimaal 5 medische aandoeningen die eindigen op -itis.

Slide 6 - Question ouverte

Een hernia diafragmatica bevindt zich in......
A
de wervelkolom
B
het middenrif
C
de hersenen
D
het oog

Slide 7 - Quiz

Noem nog minimaal 3 andere hernia's (medische namen!)

Slide 8 - Question ouverte

Wat is de medische naam voor een vergiftiging?

Slide 9 - Question ouverte

Opdrachten
1. Wat is het verschil tussen .......
   a. ...artrose en artritis?
   b. ...een fissuur en een fractuur?
   c. ..een hallucinatie en een waan?
   d ...een tracheostoma, ileostoma, colostoma en urostoma? 
                             * En wat is dan stomatitis?

2  a Wat is de Nederlandse vertaling van 'cyste'? 
     b En wat is dan cystitis? 

timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Opdrachten

3. Wat is de Nederlandse vertaling van cardiomyopathie?
 
4. a. Wat is de musculus sternocleidomastoideus? 
     b. Hoe komt deze structuur aan zijn naam? 

5. De termen manicure en pedicure zijn afgeleid van de medische termen voor hand en voet. Wat zijn de medische namen voor de hand en de voet? 


timer
5:00

Slide 11 - Diapositive

Opdrachten

6. Er zijn twee soorten CVA, het hemorragisch CVA en het ischemisch CVA.
     a. Waar staan de letters CVA voor? Vertaal dit in Nederlandse termen. 
     b. Wat betekent hemorragie? 
     c. Wat betekent ischemie?


7. Bedenk minimaal 5 medische termen, liefst termen die je zelf in de praktijk tegengekomen bent. 
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive