Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Burgers en stoommachines
2.1 Industrie en samenleving
Slide 1 - Diapositive
De industriële revolutie
Tot 1800 werd bijna alles met de hand gemaakt
Vanaf 1800 werd steeds meer met machines gemaakt
Dit noemen we de industriële revolutie
Voorbeeld voor 1800
Aan het spinnewiel
Voorbeeld na 1800
Aan de machine
Slide 2 - Diapositive
Steenkool en stoom
De industriële revolutie begon in Groot-Brittannië
Ondernemers stichtten daar fabrieken om spullen te maken
Deze maakten ze met stoommachines
Als energiebron gebruikten ze steenkool
De Engelsman James Watt voerde een aantal belangrijke veranderingen door in Newcomen's stoommachine waardoor het gebruik en de inzet makkelijker werden.
Slide 3 - Diapositive
Filmpje
De stoommachine
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Nieuwe producten
Trein
Electrisch licht
Kunstmest
Telefoon
Slide 6 - Diapositive
Industriële samenleving
Door de revolutie veranderde de samenleving
Sommige banen verdwenen, sommige ontstonden
Vooral de dienstensector groeide
Er gingen meer mensen in de steden wonen
Zo ontstond een industriële samenleving
Dienstensector
Beroepen die niet met de landbouw of industrie te maken hebben
Vraag
Waarom gingen mensen naar de steden?
Slide 7 - Diapositive
Sleep de kenmerken naar de juiste samenleving
Industriële samenleving
Landbouw samenleving
In steden zijn handel en nijverheid belangrijk
In steden zijn industrie en diensten belangrijk
Meer dan de helft van de bevolking woont in de stad
Meer dan de helft van de bevolking woont op het platteland
Slide 8 - Question de remorquage
Industriële samenleving
Periode van 1800 tot heden heet moderne tijd.
Vanaf 1850 ook in andere westerse landen en Japan.
Slide 9 - Diapositive
Arbeiders in actie
Rijke burgers hadden een bedrijf, ze waren ondernemer
De relatie tussen werkgevers en werknemers was vaak onpersoonlijk.
Slide 10 - Diapositive
Onder welke omstandigheden moesten de arbeiders werken in de fabrieken?
Slide 11 - Carte mentale
Wat gebeurt er als een arbeider gaat klagen over de werkomstandigheden?
Slide 12 - Question ouverte
Arbeiders in actie
Om voor zichzelf op te komen, gingen arbeiders samenwerken.
Ze richtten vakbonden op.
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag!
Wat: Maak opdracht 1 t/m 7 van 2.1
Hoe: Zelfstandig
Hulp: Boek, theorie, docent
Klaar? --> 2.2 lezen
Slide 14 - Diapositive
In welke eeuw was de Tijd van Burgers en Stoommachines?
A
17e eeuw
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw
Slide 15 - Quiz
Welk samenlevingstype ontstaat in de tijd van burgers en stoommachines?
A
De autarkische samenleving
B
De industriële samenleving
C
De landbouwstedelijke samenleving
D
Samenleving van jagers en verzamelaars
Slide 16 - Quiz
In welk land begon de industriële revolutie?
A
Belgie
B
Nederland
C
Engeland
D
Amerika
Slide 17 - Quiz
In welke beroepen begon de Industriële Revolutie?
A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel
Slide 18 - Quiz
Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd
Slide 19 - Quiz
Wat is een van de belangrijkste uitvindingen in de industriële revolutie?
A
stoommachine
B
ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector
Slide 20 - Quiz
Welke sector ontstaat door de komst van de industrialisatie?