Blok 5: De begroting, het GLB en het vreemdelingenvraagstuk en Handel & ontwikkelingsvraagstuk


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
economieHBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon


Europese integratie



Roberto Alvarez, 2019

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Agenda
Blok 5 (H10 t/m H12): 
  • De begroting (niet apart in het boek)
  • Het GLB (H10)
  • Het vreemdelingen-/migratievraagstuk (H11)
  • Handel & ontwikkelingsvraagstuk (H12)

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Blok 5 (begroting + H10 + H11 + H12)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroting van de EU
  • Wie stelt het op?
  • Begrotingsprocedure
  • Inkomsten
  • Uitgaven

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie stelt de begroting op?
  • De Commissie, de Raad (van ministers) en het Parlement gezamenlijk.
  • De Commissie dient een ontwerp in en legt dat voor aan de Raad en het Parlement. Optie tot wijzigen/een compromis voorstellen.
  • In de begroting staan de bedragen die vooraf overeenkomen zijn, in een plan dat het meerjarig financieel kader heet. Daarmee plant de EU haar uitgaven een paar jaar vooruit. Het huidige kader loopt van 2014 tot 2020.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrotingsprocedure

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inkomsten
  1. Importheffingen op producten van buiten de EU
  2. Percentage van de BTW-inkomsten van de lidstaten
  3. Nationale bijdrage op basis van het BNI


Tip: EU-begroting in een oogopslag



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitgaven
1a
  1. Onderzoek en innovatie
  2. Onderwijs en training
  3. Sociaal beleid 

1b
Structuurfondsen voor minst ontwikkelde gebieden: 
  1. Onderontwikkelde regio’s
  2. Kansarme bevolkingsgroepen in de EU
2
landbouw- en milieubeleid 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Netto betalers/ontvangers
Kortingen?!

VK en NL bedongen kortingen.

2013

2018

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Begroting: subdisies NL

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

"Landbouw is een belangrijk onderwerp voor de EU: bijna 40% van de begroting van de Europese Unie wordt eraan besteed. Binnen het landbouwbeleid moeten boeren rekening houden met verschillende belangen, zoals de voedselveiligheid, het behoud van het platteland, milieu, de leefomstandigheden van dieren en eerlijke handel met landen buiten de EU. 
Het huidige landbouwbeleid richt zich op inkomenssteun voor boeren, marktregulering en plattelandsontwikkeling."

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Geschiedenis GLB

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Start GLB 1962
  • 6 landen van de EEG wilden gemeenschappelijke markt vormen voor landbouwproducten als graan, varkensvlees, eieren, gevogelte-vlees, fruit, groente en wijn. 
  • Dit betekende afstemming van de verschillende ondersteuningsmaatregelen van de verschillende landen 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedachten/beweegredenen GLB (p. 185)
Eerst:  
  •  Zelfvoorzienend Europa qua voedsel (nooit meer  honger) 
  •  Bevorderen innovatie/efficiëntie 
  •  Inkomenszekerheid landbouwers 
  •  Stabiele landbouwmarkten (geen fluctuaties in prijzen)
  •  Redelijke voedselprijzen voor consumenten  
  Ook: 
  •  Economische motor (handel/export) 

Verdrag van Rome (1957) als basis. Toenmalige Nederlandse commissaris Sicco Mansholt ontwikkelde het GLB.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werden die doelen nagestreefd?
Interventieprijzen 
  • Producten werden verkocht tegen een minimumprijs (opkopen overschotten door EEG)  
  • Invoerheffingen voor producten van buiten de EU, zodat daarvoor ook de minimumprijs gold. 

Exportsubsidies 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werden die doelen nagestreefd? (vervolg)
Ook: veel investeringen in innovatie gericht op productieverhoging 
 1900 → 2500 liter melk per koe per jaar 
1950 → 3980 liter melk per koe per jaar 
2012 → 5100 liter melk per koe per jaar 
2016 → 8000 liter melk per koe per jaar

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

6 kritiekpunten (p. 186 / 187)
  • Hoge kosten van beleid
  • Hoge prijzen voor consumenten 
  • Hoge productiviteit leidde tot schade aan het milieu
  • Overproductie →  melkplassen, boterbergen…, producten verwerkt tot veevoer 
  • Dumping van overschotten op wereldmarkt 
  • Spanning met handelspartners buiten de EU (VS) 

Vanaf jaren 70 stijgt de productie massaal 
(meer productie = meer ontvangen) + 
prijsgarantie ((niet gekoppeld aan een max. productie), 



Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Melkplas

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hervorming landbouwbeleid jaren 80 (p. 187)
  • Instellen productiequota 
  • Minimumprijzen verlagen indien bepaald productievolume werd bereikt.   

Praktijk:
  • 1984: melkquotum (+superheffing) => beperking overproductie en exportsubsidies 


Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1992: MacSharry hervormingen ( =ontkoppeling steun van productiehoeveelheid)
Afbouw prijssteun en meer rechtstreekse subsidies, later inkomenssteun (per ha) 
  • ontkoppeling van steun van het  productievolume 

Terugdringen overproductie door braaklegging te verplichten als voorwaarde voor inkomenssteun 

Dit hing samen met druk vanuit de VS, begrotingsproblemen en later ook met de toetreding van Oost-Europese landen. (onder druk van de VS in de WTO-onderhandelingen over vrijhandel, maar ook om begrotingstechnische redenen)




Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nu: het GLB staat onder druk
“Het aandeel van de landbouwuitgaven in de EU-begroting is sterk gedaald, van bijna 70% in de jaren 70 tot zo'n 36% in 2018. Dit is zowel een gevolg van de uitbreiding van de taken van de EU als van kostenbesparende hervormingen. Sinds 2004 zijn er bijvoorbeeld 13 nieuwe EU-landen bijgekomen, zonder dat de landbouwuitgaven zijn gestegen.” 

  • Vooral inkomenssteun (70% van EU-uitgaven aan landbouwbeleid) en ook nog prijsondersteuning (10%) → houdbaar?!
  • Fondsen voor plattelandsontwikkeling → multifunctionaliteit van landbouw  (natuurbeheer)
  • Cross-compliance: koppelen inkomenssteun aan eisen op het gebied van milieu, voedselveiligheid, dierenwelzijn 
  • Melkquotum in 2015 afgeschaft

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussie over het landbouwbeleid na 2020 losgebarsten: 
  • De EC heeft voorgesteld om de begroting van het GLB voor de periode 2021-2027 met ongeveer 5% te verlagen. 
  • In het voorstel wordt de directe inkomenssteun aan boeren verlaagd naar 265 miljard euro (ten opzichte van 308 miljard euro in de begrotingsperiode 2014-2020) →  gedeeltelijk door de Brexit. 
  • Daarnaast wordt de inkomenssteun teruggeschroefd tot maximaal €100.000 per bedrijf, zodat naar verhouding kleinere bedrijven en jonge boeren meer gaan profiteren en de verdeling van het geld eerlijker wordt, aldus EU-landbouwcommissaris Phil Hogan. 
Bij de voorstellen werd ook aandacht besteed aan het hervormen van de invulling van het GLB:
  • Hoewel de EC toezicht blijft houden, krijgen de lidstaten bijvoorbeeld meer flexibiliteit om zelf keuzes te maken bij de uitvoering van het GLB. 
  • Daarnaast moet er na 2020 extra aandacht komen voor de integratie van het GLB met andere beleidsterreinen, zoals handel, migratie en duurzame ontwikkeling. 
Op het gebied van marktregulering kwamen de Raad en het EP eind 2018 overeen dat kleinere bedrijven extra bescherming krijgen tegen de grote marktpartijen zoals supermarktketens of grote productiebedrijven. Contracten en opdrachten mogen niet op het laatste moment worden ingetrokken, en leveringsvoorwaarden mogen niet eenzijdig worden aangepast. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet de EU t.a.v. milieubeleid? (p.192)

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op 19 maart 2016 sloot de Europese Unie een vluchtelingendeal met Turkije. Die deal is een belangrijk onderdeel van de Europese aanpak van de vluchtelingencrisis, omdat veel vluchtelingen via Turkije naar de EU komen. 

Afgesproken is dat Turkije meer migranten opvangt en haar grenzen beter moet bewaken. In ruil daarvoor ontvangt het land extra financiële steun van de Europese Unie en er zijn afspraken gemaakt over afschaffing van de visumplicht voor Turken die naar de EU reizen. 
Over de Turkije-deal bestaat veel discussie. 

Ook leidt de uitvoering ervan tot de nodige problemen. Ondanks de controverse werd de deal in 2018 verlengd tot 2020.

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voortgang vluchtelingendeal
  • Een grote meerderheid van EP-leden uitte zijn zorgen over het akkoord met Turkije. 
  • Ook diverse hulporganisaties leverden felle kritiek op de vluchtelingendeal. 
  • Zij stellen dat Turkije niet voldoende doet om de mensenrechten van vluchtelingen te beschermen.

De problemen met de 'relocatie' van vluchtelingen bleven in 2017 bestaan. Zo weigerden Polen, Hongarije en Tsjechië om vluchtelingen over te nemen van Turkije, Griekenland en Italië. Ook andere Europese landen, waaronder Nederland, hebben minder vluchtelingen overgenomen dan het afgesproken aantal. Doordat er uiteindelijk minder vluchtelingen dan vooraf gedacht in aanmerking komen voor overplaatsing, hoeven landen niet vast te houden aan de vooraf vastgestelde, absolute getallen.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Handel & ontwikkelingsvraagstuk 

Slide 32 - Diapositive

test
t
est
e
s
d
s
dfsd
fsdf

Handelsbeleid (= voorwaarde voor douane-unie) (p.220-221)
Uitgangspunt:
Handelsliberalisering brengt alle betrokken partijen economische voordelen in de vorm van (1) hogere inkomsten, (2) meer banen en meer keus en (3)betere prijzen voor consumenten.

De 4 vormen van handelsbeleid:
  1. Unilateraal = eenzijdig besloten → antidumpingmaatregelen
  2. Bilateraal = tussen twee landen besloten → EU met                    & Singapore (2018)
  3. Plurilateraal = tussen een groep gelijkgestemde landen t.a.v. een specifiek onderwerp            → 32 WTO-leden t.a.v. handel in burgerluchtvaartuigen.
  4. Multilateraal = tussen alle leden van de WTO → alle EU-leden horen bij de WTO 
Kritiek: transparantie ontbreekt, je weet niet wat er precies op tafel ligt

Japan

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sinds het Verdrag van Lissabon is de democratische legitimering versterkt (= EP is een grotere rol gaan spelen). (p. 231)
 
Gewone procedure: 
Na goedkeuring van de Raad gaat het handelsverdrag naar het Europees Parlement. Na goedkeuring door het Parlement wordt het handelsverdrag in de Europese Raad geratificeerd door de nationale regeringsleiders.

Bijzondere procedure bij verdragen over: intellectueel eigendom, directe buitenlandse investeringen, culturele goederen en diensten in zorg, onderwijs en de sociale sector.
= Raad unaniem instemmen + EP normaal instemmen + nationale parlementen.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Discussie over het effect van handelsverdragen voor de EU

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De EU en ontwikkelingssamenwerking (p. 228-229)
Oorsprong:
Gezamenlijk beleid door Frankrijk afgedwongen om zijn koloniale belangen veilig te stellen.

Twee instrumenten:
  1. Preferentiële handelsrelaties = lagere/geen invoertarieven naar EU uit ontwikkelingslanden → Bijv. Everything But Arms (EBA)-innitiative
  2. Directe financiële- en technische steun (3% EU budget) = gezondheid, onderwijs, infra

Kritiek: De wens om ontwikkelingssamenwerking te gebruiken als instrument om de relatie met voormalige koloniën te bestendigen, is soms in strijd met het doel de meest hulpbehoevende landen te helpen.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions