§1.2 Welvaart meten

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon weg,
en pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga op je plek zitten,
doe je telefoon weg,
en pak je ipad/boek alvast voor!
Log in op lessonup en volg de les.

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1: Arm en rijk
§1.2 Welvaart meten

Slide 2 - Diapositive

Wat valt je op? (intro foto)

Slide 3 - Carte mentale

Lesplanning 
Aanwezigheid, boekencontrole en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §1.2 ‘Welvaart meten'

Maak van §1.2 ‘Welvaart meten' vraag 1 t/m 8

Lesdoelcheck

Vooruitblik op de volgende les

Slide 4 - Diapositive

Lesdoelvragen van deze les
  1. Noem 4 kenmerken waarmee je welvaart kunt meten?
  2. Hoe noemen we het inkomen per hoofd ook wel?
  3. Wat is de armoede grens in Nederland?
  4. Waarom meten we welvaart?

Slide 5 - Diapositive

Wat is volgens jou welvaart?

Slide 6 - Carte mentale

welvaart meten
Welvaart = de economische rijkdom van een gebied en zijn bewoners.

Dit kun je op 4 manieren meten:

Slide 7 - Diapositive

1. Inkomen

Geld dat iemand verdient met arbeid, een onderneming of vermogen. Het gaat dan dus om loon, winst en rente.

BBP = wat een land verdiend
BBP per hoofd = wat een land verdiend gedeeld door het aantal inwoners. 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Zet de landen op de goede volgorde: Bovenaan het land met het laagste Bbp.
Nederland 
Argentinië
Zambia 

Slide 10 - Question de remorquage

Kun je het verschil in volgorde van de landen verklaren?

Slide 11 - Question ouverte

2. Koopkracht

Je meet het inkomen, omgerekend naar de hoeveelheid goederen en diensten die je ervoor kunt kopen.

Regel:
Hoe hoger je inkomen, hoe meer je kunt kopen

Slide 12 - Diapositive

3.Gebruiksgoederen
Dit zijn goederen die niet meteen opgaan als je ze gebruikt, maar jarenlang meekunnen. 

Vaak zijn deze duur. bijv een auto, wasmachine, of een telefoon.

Slide 13 - Diapositive

Wat is een nadeel van meten met het bbp per hoofd?
A
Het bbp per hoofd in een land kan enorm verschillen
B
Het bbp per hoofd valt altijd veel te laag uit
C
in sommige landen wordt het grootste deel van het bbp verdiend door een kleine groep
D
Meten met het totale bbp is gewoon beter

Slide 14 - Quiz

De VS heeft een hoger aantal gebruiksgoederen/1000 personen dan Nigeria
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Het aantal goederen of diensten dat je van je geld kunt kopen noem je ...
A
koopkracht
B
BBP
C
nationaal inkomen
D
dagelijkse uitgaven

Slide 16 - Quiz

4. Armoedegrens
Het inkomen dat iemand minimaal nodig heeft om te kunnen leven, dus geld voor een huis, eten en kleding.

  • € 1 ,70 per dag wereldwijd..
  • € 30 voor Nederland

Slide 17 - Diapositive

De armoedegrens is overal hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar ligt de armoedegrens hoger?
A
Marokko
B
Frankrijk

Slide 19 - Quiz

Je leeft onder de armoedegrens als je geen geld hebt voor: een vakantie
A
goed
B
fout

Slide 20 - Quiz

Je leeft onder de armoedegrens als je geen geld hebt voor: school
A
goed
B
fout

Slide 21 - Quiz

Waarom meet je welvaart?

Landen vergelijken:
  • welk land is rijk en welk land  is arm.

 Het kunnen verklaren van:
  • een hoog kindersterfte, lage levensverwachting, niet kunnen lezen en schrijven (analfabetisme).

Slide 22 - Diapositive

Aan het werk
Wat: maak van §1.2 ‘Welvaart meten' vraag 1 t/m 8

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)
             buurman/buurvrouw naast je
             de docent
          
Klaar: laat controleren, kijk na en maak de herhaling of verdieping

Tijd: 5 minuten voor de bel

Slide 23 - Diapositive

Lesdoelcheck
  1. Noem 4 kenmerken waarmee je welvaart kunt meten?
  2. Hoe noemen we het inkomen per hoofd ook wel?
  3. Wat is de armoede grens in Nederland?
  4. Waarom meten we welvaart?

Slide 24 - Diapositive

Noem 4 kenmerken waarmee je welvaart kunt meten?

Slide 25 - Question ouverte

Hoe noemen we het inkomen per hoofd ook wel?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is de armoede grens in Nederland?

Slide 27 - Question ouverte

Waarom meten we welvaart?

Slide 28 - Question ouverte