De Rechtstaat

Iemand die een misdrijf pleegt heeft geen rechten meer
A
waar
B
niet waar
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Iemand die een misdrijf pleegt heeft geen rechten meer
A
waar
B
niet waar

Slide 1 - Quiz

Een recht is
A
Iets wat je mag doen
B
Iets wat je moet doen
C
Iets wat niet krom is

Slide 2 - Quiz

Een plicht is
A
Iets dat je mag doen
B
Iets wat je moet doen

Slide 3 - Quiz

Rechten en plichten
Rechten zijn door de wet vastgestelde regels waar iedereen op kan rekenen.
Alle burgers hebben rechten
We leven in een rechtstaat

Slide 4 - Diapositive

Grondrechten
In de grondwet staan de grondrechten.
 Burgers hebben vrijheid  om zonder bemoeienis van de overheid te leven.
Recht om deel te nemen aan de samenleving en de politiek.

Slide 5 - Diapositive

Klassieke grondrechten zijn...
A
Rechten uit de tijd van Mozart en Beethoven
B
Recht op grond rondom een oud kasteel
C
Rechten die gaan over de vrijheid

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Vidéo

Klassieke grondrechten

Gaan over vrijheid van de burgers
beperken de macht van de overheid

Sociale grondrechten

Verplichtingen van de overheid aan de burger
De overheid moet zorgen voor de burgers

Slide 8 - Diapositive

Je hebt recht op...
studiefinanciering,  bescherming
zorgtoeslag, uitkering, eerlijke rechtspraak
gelijke behandeling, deel te nemen aan politiek

Slide 9 - Diapositive

Plichten
De burgers hebben ook plichten
Datgene wat je (volgens de wet) MOET doen
Er bestaat leerplicht. Je MOET naar school
Belastingplicht. Je MOET belasting betalen


Slide 10 - Diapositive

Strafrecht
Als je iets doet wat niet mag krijg je te maken met het strafrecht
Het overtreden van de regels die in de wet staan is strafbaar

Slide 11 - Diapositive

Een overtreding is:
A
Een misdrijf
B
Een licht strafbaar feit

Slide 12 - Quiz

Een misdrijf is:
A
Een zwaar strafbaar feit
B
Een crimineel

Slide 13 - Quiz

Overtreding
Een overtreding = een licht strafbaar feit
bijv. rommel op straat, door rood
rijden..


Een overtreding kan ook per ongeluk zijn

Slide 14 - Diapositive

Een misdrijf
Een misdrijf is een zwaar strafbaar feit
Gebruik van geweld, diefstal.
Misdrijf is opzettelijk

Slide 15 - Diapositive

Straf 
Een straf kan alleen door de rechter worden opgelegd.
Een verdachte heeft recht op verdediging
ouder dan 12 en je begaat een misdrijf: = Strafblad

Slide 16 - Diapositive

Opdrachten N2

opdracht 20 blz 144-145
opdracht 22 blz 146
opdracht 24 blz 148
opdracht 25 blz 148
opdracht 26 blz 149


Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Opdrachten N3
lees blz 178, maak opdracht 22
Lees blz 184, maak opdracht 27

Slide 19 - Diapositive