Toets ecologie

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Deze vogel heeft een snavel om een grotere prooi te vangen.

Deze vogel loopt op het wad en haalt zijn voedsel uit de natte bodem.

Darwin kwam bij deze vogelsoort er achter dat de snavel zich aanpast aan het voedsel op verschillende eilanden. 

d

Deze vogel zeeft het water op zoek naar kleine diertjes en plantjes.

Met een pincetsnavel kan insecten uit een boomschors gehaald worden.

Dit zijn watervogels. De vogels hebben vliezen tussen de poten om te kunnen peddelen.

Ook uilen hebben deze poten.

Deze vogels zoeken voedsel in ondiep water of in de modder.

Dit zijn loopvogels. Je ziet ze nooit op een tak in een boom zitten.

Dit zijn zangvogels. Er staat een teen naar achteren en de rest naar voren zodat ze goed aan een takje kunnen vasthouden.

 

Waarom hebben
vogels holle botten?

Waarom hebben struisvogels
géén holle botten?

Waarom hebben pinguïns
géén holle botten?

Dit organisme
heeft luchtkanalen

1. Juist
2. Onjuist

Dit organisme
heeft slappe stengels

1. Juist
2. Onjuist

Dit organisme
heeft
windbloemen

1. Juist
2. Onjuist

Noem één aanpassing van
de ijsbeer die ontstaan zijn door
invloeden van abiotische factoren:

Noem één aanpassing van
de ijsbeer die ontstaan zijn door
invloeden van biotische factoren:

Afvaleter

Alleseter

Consument van de eerste orde

Planteneter

Producent

Reducent

Vleeseter