H1L32 - 2THF - Woensdag - Woorden 2.5 - Latijnse voor- en achtervoegsels

Welkom 2THF : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen
  • Uitleg Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels
  • Quizlet
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 13 en 15 van 2.5 Woorden 
  • Uitleg boekopdracht 2 (creatieve opdracht) 


Aan het einde van deze les
  • heb je nieuwe woorden geleerd;
  • heb je de betekenis van Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels geleerd; 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Spelling (donderdag 19 december)
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: creatieve opdracht (vrijdag 10 januari)
1 / 5
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 5 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom 2THF : )


Planning van dit uur
  • Tien minuten stillezen
  • Uitleg Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels
  • Quizlet
  • Zelfstandig werken: maak opdracht 13 en 15 van 2.5 Woorden 
  • Uitleg boekopdracht 2 (creatieve opdracht) 


Aan het einde van deze les
  • heb je nieuwe woorden geleerd;
  • heb je de betekenis van Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels geleerd; 

Nederlands
timer
10:00
Aankomende toetsen en opdrachten:
  • SO Spelling (donderdag 19 december)
  • Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  • Boekopdracht 2: creatieve opdracht (vrijdag 10 januari)

Slide 1 - Diapositive

Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels
  • a- (niet, zonder)
  • anti- (tegen)
  • bi- (dubbel, twee)
  • bio- (leven)
  • contra- (tegen)
  • dis- (abnormaal, moeilijk, slecht)
  • ego- (ik)
  • etcetera

Slide 2 - Diapositive

Griekse en Latijnse voor- en achtervoegsels
  • a- (niet, zonder)
  • anti- (tegen)
  • bi- (dubbel, twee)
  • bio- (leven)
  • contra- (tegen)
  • dis- (abnormaal, moeilijk, slecht)
  • ego- (ik)
  • etcetera 
Ken jij een voorbeeld van een woord met een van deze voor- of achtervoegsels? 

Slide 3 - Diapositive

Waarom moet je dit weten?
Beter begrip:

  • Systeem van het woord
  • Betekenis voor- of achtervoegsel

Slide 4 - Diapositive

Quizlet

Slide 5 - Diapositive