3. Lidwoord en zelfstandig naamwoord

Startopdracht
Wat is de pv in de volgende zin? Verdeel de zin in zinsdelen.
Hij gaat morgen op bezoek bij zijn oma. 
Wanneer word je 11 jaar?

1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Startopdracht
Wat is de pv in de volgende zin? Verdeel de zin in zinsdelen.
Hij gaat morgen op bezoek bij zijn oma. 
Wanneer word je 11 jaar?

Slide 1 - Diapositive

Lidwoord en zelfstandig naamwoord
Lidwoord en zelfstandig naamwoord
blz. 204

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Je kunt een lidwoord in de zin herkennen.
Je kunt zelfstandige naamwoorden in de zin aanwijzen.

Slide 3 - Diapositive

Woordsoorten
Woorden van een zin kan je indelen in woordsoorten.

We gaan kijken naar soorten woorden

Slide 4 - Diapositive

Lidwoord
de
het
een

Slide 5 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
mensen, dieren, dingen, planten

je kan er meestal een lidwoord voor zetten: de lucht, het boek
namen zijn ook zelfstandige naamwoorden: Karin, Disney, Noordik, Vroomshoop, Overijssel

Slide 6 - Diapositive

Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

lw = 
zn = 

Slide 7 - Diapositive

Hij toonde een kaart met de route van de orkaan.

lw = een, de, de
zn = kaart, route, orkaan

Slide 8 - Diapositive

Koeman kiest een opvallende opstelling tegen Duitsland.

lw = 
zn = 

Slide 9 - Diapositive

Koeman kiest een opvallende opstelling tegen Duitsland.

lw = een
zn = Koeman, opstelling, Duitsland

Slide 10 - Diapositive

Maak een zin met één lidwoord en twee zelfstandige naamwoorden.

Slide 11 - Diapositive

Aan het werk
Maak opdracht 1 
Maak opdracht 2 (lidwoord ~, zn -)
Maak opdracht 3 (zet de afkorting erboven)
Maak opdracht 4
Tijd over? Opdracht 5

Slide 12 - Diapositive