Quiz: begrijpend lezen: bergippen en strategieën

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, vwo
• Leerjaar 3

Nederlands
Herhalen stof proefwerkweek
paragraaf lezen hfst 1 t/m 4

 P2 2021-2022

Pak je telefoon en voer de code in!

We gaan een kleine quiz doen over begrijpend lezen.

Bovenaan een tekst staat een ...

1. Titel
2. Tussenkopje
3. Alinea
4. Onderwerp

Een tekst is opgedeeld in verschillende ...

1. Onderwerpen
2. Titels
3. Tussenkopjes
4. Alinea's

Boven een alinea kan een ... staan

1. tussenkopje
2. titel

De belangrijkste zin van een alinea noem je de......

Je wilt weten waar je de kaart van Nederland vindt in de atlas. Wat is je leesstrategie?

1. Zoekend lezen
2. Globaal lezen
3. Oriënterend lezen
4. Studerend lezen

Je hebt een proefwerk geschiedenis waarvoor je moet leren. Wat is je leesstrategie?

1. Grondig lezen
2. Globaal lezen
3. Studerend lezen
4. Kritisch lezen

Je wil de hoofdzaken uit een tekst halen. Hoe lees je de tekst?

1. Globaal
2. Grondig
3. Zoekend
4. Kritisch

Noem 2 tekstdoelen

Wat wil de schrijver als zijn tekstdoel informeren is?

1. de schrijver wil informatie geven, iets nieuws laten weten
2. de schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen
3. de schrijver wil de lezer overhalen of aansporen iets te doen
4. de schrijver wil uitleg of instructie geven

Wat wil de schrijver als zijn tekstdoel uitleggen is?

1. de schrijver wil informatie geven, iets nieuws laten weten
2. de schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen
3. de schrijver wil de lezer overhalen of aansporen iets te doen
4. de schrijver wil uitleg of instructie geven

Wat wil de schrijver als zijn tekstdoel mening geven is?

1. de schrijver wil informatie geven, iets nieuws laten weten
2. de schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen
3. de schrijver wil de lezer overhalen of aansporen iets te doen
4. de schrijver wil uitleg of instructie geven

Wat wil de schrijver als zijn tekstdoel activeren is?

1. de schrijver wil informatie geven, iets nieuws laten weten
2. de schrijver wil een of meer meningen laten zien, de mening van de lezer vormen
3. de schrijver wil de lezer overhalen of aansporen iets te doen
4. de schrijver wil uitleg of instructie geven

Noem 3 signaalwoorden die horen bij het verband opsomming.

Noem 3 signaalwoorden die horen bij het verband tegenstelling.

Noem 3 signaalwoorden die horen bij het verband oorzaak/gevolg.

Noem 3 signaalwoorden die horen bij het verband voorbeeld.

Noem 3 signaalwoorden die horen bij het verband middel-doel.

Welk tekstverband hoort er bij het signaalwoord indien?

1. Conclusie
2. Voorwaarde
3. Reden
4. Tegenstelling

Welk tekstverband hoort er bij het signaalwoord dus?

1. Conclusie
2. Voorwaarde
3. Reden
4. Tegenstelling

Welk tekstverband hoort er bij het signaalwoord omdat?

1. Conclusie
2. Voorwaarde
3. Reden
4. Tegenstelling

Welk tekstverband hoort er bij het signaalwoord echter?

1. Conclusie
2. Voorwaarde
3. Reden
4. Tegenstelling

De schrijver geeft zijn mening: Dit is de slechtste shoarma die ik ooit heb gehad.
Is deze tekst objectief of subjectief?

1. objectief
2. subjectief

De schrijver geeft zijn mening met argumenten: Dit is de slechtste shoarma die ik ooit heb gehad, want er zaten veel te veel kruiden op.
Is deze tekst objectief of subjectief?

1. objectief
2. subjectief

Als een argument over een gevoel gaat, is het dan een subjectief of objectief argument?

1. objectief
2. subjectief

Als een argument over een feit gaat, is het dan een subjectief of objectief argument?

1. objectief
2. subjectief

Noem 2 manieren waarmee een schrijver de tekst kan inleiden.

Noem 2 manieren waarmee een schrijver de tekst kan afsluiten.

Wat is het tekstdoel van een gebruiksaanwijzing?

1. informeren
2. uitleggen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het tekstdoel van een gedicht?

1. informeren
2. uitleggen
3. activeren
4. amuseren

Wat is het tekstdoel van een advertentie?

1. informeren
2. uitleggen
3. activeren
4. amuseren