The past simple klas 2D en 2C, 2022_2023

Welcome
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welcome

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vertaal de zin in het Nederlands:
I walk to school.

Slide 3 - Question ouverte

Vertaal de zin in het Nederlands:
I walked to school.

Slide 4 - Question ouverte

Wat is er anders? 

  • I walk to school
  • I walked to school

Slide 5 - Diapositive

Lesdoel 
  1. Je weet hoe je de verleden tijd maakt in het Engels
  2. Je kunt zeggen wat je gisteren/vorige week/vorig jaar (in het verleden) gedaan hebt. 

Slide 6 - Diapositive

Drie tijden:
De toekomst = the future
Verleden tijd = the past
Tegenwoordige  tijd = the present

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat is de verleden tijd van
To open?
A
Opende
B
Opening
C
Opened
D
Opends

Slide 10 - Quiz

Wat is de verleden tijd van
To wash?
A
Washed
B
Washd
C
Washte
D
Washing

Slide 11 - Quiz

Schrijf de verleden tijd op van
To jump.

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de verleden tijd op van
To remember.

Slide 13 - Question ouverte

Hoe vorm je de verleden tijd van de meeste Engelse werkwoorden?

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf de verleden tijd op van
To live

Slide 15 - Question ouverte

The past simple
Vier uitzonderingen op de algemene regel: 

Slide 16 - Diapositive

Als een werkwoord al eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat en je voegt -ed toe:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

 Past simple
Als een werkwoord eindigt op -y, dan verandert die y in een i en komt er -ed achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er alleen -ed achter als er voor de y een klinker  staat:
I play - I played

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Samenvatting Past simple
  • Standaard regel: voeg -ed to achter het werkwoord: walked. 
  • Als een werkwoord al eindigt op een e, dan alleen een -d toevoegen: : live - lived, hope - hoped. 
  • Als een werkwoord eindigt op een y: y wordt i en voeg -ed toe. Carry - carried, hurry - hurried
  • Als een werkwoord eindigt op een y en er staat een klinker voor, dan alleen -ed toevoegen: play - played, stay - stayed. 
  • Als een werkwoord eindigt op een medeklinker, verdubbel je die als er één klinker voor staat en je voegt -ed toe: stop - stopped.

Slide 23 - Diapositive

Huiswerk
KGT: Opdracht 30 en 31 op blz. 48 en 49 van je werkboek. 
T/Havo: opdracht 26 en 27 op blz. 52 en 53 van je werkboek. 

Slide 24 - Diapositive

Wanneer gebruik je de Past simple?

Slide 25 - Question ouverte

Wat zet je achter de meeste werkwoorden bij de Past Simple?

Slide 26 - Question ouverte

Wat zet je achter een werkwoord dat eindigt op een y?

Slide 27 - Question ouverte

 Past simple
Als een werkwoord eindigt op -y, dan verandert die y in een i en komt er -ed achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er alleen -ed achter als er voor de y een klinker  staat:
I play - I played

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Zet in de verleden tijd:
To hurry
A
Hurryed
B
Hurryd
C
Hurryied
D
Hurried

Slide 30 - Quiz

Zet in de verleden tijd
To try
A
tried
B
tryeid
C
tryed
D
tryied

Slide 31 - Quiz

Zet in de verleden tijd
To play
A
Plaied
B
Played
C
Playd
D
Playing

Slide 32 - Quiz

Wat is de verleden tijd van
To stop

Slide 33 - Question ouverte

Zet de zin in de past simple:
My father ....... (to walk) to his work this morning.

Slide 34 - Question ouverte

Zet de hele zin in de past simple:
We ..... (To live) in a flat in London in 2002 .

Slide 35 - Question ouverte

Samenvatting Past simple
  • Standaard regel: voeg -ed to achter het werkwoord: walked. 
  • Als een werkwoord al eindigt op een e, dan alleen een -d toevoegen: : live - lived, hope - hoped. 
  • Als een werkwoord eindigt op een y: y wordt i en voeg -ed toe. Carry - carried, hurry - hurried
  • Als een werkwoord eindigt op een y en er staat een klinker voor, dan alleen -ed toevoegen: play - played, stay - stayed. 
  • Als een werkwoord eindigt op een medeklinker, verdubbel je die als er één klinker voor staat en je voegt -ed toe: stop - stopped.

Slide 36 - Diapositive

Past Simple - Irregular verbs
Some verbs in English are irregular, this means that in the past tense they don't get '-ed' at the end, but have their own form.

To write -> wrote; I wrote her a letter last week.
To go -> went; He went to Italy last year.
To make -> made: They made a very nice meal two days ago.

Slide 37 - Diapositive

Past Simple - onregelmatige werkwoorden


Die moet je uit je hoofd leren!

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Vidéo

Lesdoel 
  1. Je weet hoe je de verleden tijd maakt in het Engels
  2. Je kunt zeggen wat je gisteren/vorige week/vorig jaar (in het verleden) gedaan hebt. 

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Ik weet nu wat de past simple is en hoe ik deze moet gebruiken.
Ja, ik snap het helemaal
Ik denk het wel, maar ik krijg het graag nog een keer uitgelegd.
Nee, ik begrijp er nog niets van.

Slide 43 - Sondage

Huiswerk: 
  • KGT: opdracht  32 A, B en C op blz. 49 en 50 van je werkboek. 
  • T/Havo: opdracht 28 A en B en opdracht 29 op blz. 53 en 54 van je werkboek.  
  • Oefen de irregular verbs met het linkje dat ik via Magister aan jullie heb opgestuurd. 

Slide 44 - Diapositive