Klas 2 3.5 Woorden

3.5 Woorden
Je leert 25 nieuwe woorden

Je weet hoe je afleidingen schrijft

Je leert over spreekwoorden en uitdrukkingen
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3.5 Woorden
Je leert 25 nieuwe woorden

Je weet hoe je afleidingen schrijft

Je leert over spreekwoorden en uitdrukkingen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In het vorige hoofdstuk leerde je over de achtervoegsels -loos, -achtig, -baar, -je en -es. Met een achtervoegsel verander je een woord. Je noemt dat nieuwe woord een afleiding.

Je kunt dat ook doen met landen, je schrijft de afleiding óók met een hoofdletter.
• Ierland Ierse bedrijven
• Rotterdam een Rotterdams festival
• Mexico het Mexicaanse restaurant
In je boek staan 25 nieuwe woorden met hun betekenis.

We nemen ze samen door,

Leer ze heel goed!

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden BL

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Woorden KL

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afleidingen:

Achtervoegsel: -loos, -es, -achtig, -baar, -je
De betekenis van het woord verandert

Afleiding van namen van landen of steden
Je schrijft de afleiding ook met hoofdletter


gevoelloos, aaibaar, hondje, lerares, reusachtig



Ierland - de Ierse bedrijven
Rotterdam - het Rotterdamse festival

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoorden, gezegden & uitdrukkingen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je het verschil tussen spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen 
  • Ken je de betekenis van enkele spreekwoorden, gezegden en  uitdrukkingen

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Figuurlijk of letterlijk taalgebruik
In spreekwoorden, gezegdes en uitdrukkingen wordt  figuurlijk taalgebruik gebruikt.

Wat is figuurlijk  taalgebruik?  En wat letterlijk taalgebruik?



Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Figuurlijk of letterlijk taalgebruik

Letterlijke betekenis:

Het vervelende kind schopt het andere kind tegen zijn kont.

Figuurlijke betekenis:
De mentor zegt: ‘Die leerling heeft een schop onder zijn kont nodig.’ 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord
Gezegde & 
Uitdrukking? 

altijd figuurlijk taalgebruik!

Maar wat is nu het verschil tussen deze drie?




Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoord
  • Een spreekwoord is een vaste zin met een vaste woordvolgorde 
  • Bevat een wijsheid of tip.

Bijvoorbeeld:
Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.




Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gezegde
  • Bevat, in tegensteling tot een spreekwoord, vaak geen wijsheid
  • Het is een zinsdeel (een stukje van de zin). 

Bijvoorbeeld 
Rik en Pieter zijn vrienden, door dik en dun.

Met hart en ziel heb ik mij op dit werkstuk gestort.

Slide 13 - Diapositive

Deze kan je eventueel weglaten
Uitdrukking 
  • In een uitdrukking komt vaak een werkwoord voor  (verschil met gezegde) en daardoor kun de woordvolgorde veranderen.
  • Een hele zin
  • Bevat meestal geen wijsheden

Bijvoorbeeld:
Hij lacht als een boer met kiespijn OF Als een boer met kiespijn lachte hij.

 'Er als de kippen bij zijn', OF 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz


Weet jij de  betekenis van de volgende spreekwoorden, gezegden en uitdrukkingen?




 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent "De hond in de pot vinden?"
A
Ik vind het eten vies
B
Thuis komen en al het eten is al op
C
Iets kwijt zijn en op gekke plaatsen zoeken
D
De hond in de pot is een recept uit China

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet je een spreekwoord
letterlijk of figuurlijk nemen?
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent "Je vingers erbij aflikken"
A
Streng op iemand letten
B
Honger hebben
C
Iets heel graag lusten
D
Niet weten hoe iets moet

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de betekenis van "Boontje komt om zijn loontje?"
A
Iemand wil meer geld
B
Hij wil alles zelf doen
C
Hij kan er niks aan doen
D
Eigen schuld, dikke bult

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat betekent:
Het is weer koek en ei tussen hen.
A
Ze hebben ruzie
B
Ze gaan samen koken
C
Ze zijn verliefd
D
De ruzie is voorbij, ze zijn weer vrienden

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een nieuwsgierig Aagje:
spreekwoord, gezegde of uitdrukking?
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
gezegde

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De appel valt niet ver van de boom
A
Het is nergens beter dan thuis
B
Van iets wat je jong leert, heb je later veel voordeel
C
Kinderen lijken vaak op hun ouders
D
Hele goede vrienden zijn

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
2:00
Welke spreekwoorden herken je in het poster?

Slide 29 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Spreekwoorden contest
Wat: zoek, in duo's, op het internet een spreekwoord op die jullie leuk vinden en waarvan jullie de betekenis snappen. 5 minuten

Hoe: bedenk samen hoe je dit spreekwoord wilt uitbeelden (tekenen, uitbeelden, hints,...).  5 minuten voorbereidingstijd

En dan?: Docent wijst duo's aan die voor in de klas het spreekwoord gaan uitbeelden. De klas raadt...






Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions