Toets OW

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Toets OW theorie 

Jullie hebben geleerd blz 45 , 46, 47 , 48, 49 en 50

Jullie hebben geleerd?

1. ja
2. nee

Een zelfstandig naamwoord zegt wat over, noem er 3.

Welke lidwoorden kennen we?

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Waar vertelt het wat over?

Voeg twee bijvoeglijke naamwoorden aan deze zin toe:
De kat zit in de boom.

Bijwoorden: Noem twee kleine woordjes die een bijwoord kunnen zijn.

Het woord dat antwoord geeft op de vraag "wanneer?" is een

1. zelfstandig naamwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. lidwoord
4. bijwoord

Wat is geen bijwoord?
Kies twee antwoorden

1. grote
2. te
3. nu
4. blauwe

Wat doe je met een voorzetsel?
Waar staat het altijd voor?

Welk voorzetsel staat in de zin:
De koeien in de wei liepen achter het schuurtje.

Mijn mobieltje was achter de kast gevallen.

Tijdens het tournooi zat ik aan de kant.

Zoals het klokje this tikt, tikt het nergens.
Nergens is:

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

In onze groep zitten vijf leerlingen.
Vijf is....

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

HIj was de laatste bezoeker in het museum voor de lockdown.
Laatste is:

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

In onze appelboom hangen dit jaar heel veel appels.
veel is....

1. bepaald hoofdtelwoord
2. bepaald rangtelwoord
3. onbepaald hoofdtelwoord
4. onbepaald rangtelwoord

Dit was de toets: ik heb het.....

1. Doed gemaakt, ik wist bijna alles
2. Slecht gemaakt, ik wist het niet meer.
3. Niet zo goed, ik weets lang niet alles.
4. Slecht gemaakt, ik had niet geleerd