Les 3 - tekstindeling/samenhang en verkennend/globaal lezen
Les 3
tekstindeling/samenhang
verkennend/globaal lezen
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1
Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Les 3
tekstindeling/samenhang
verkennend/globaal lezen
Slide 1 - Diapositive
Doelen van deze les
Aan het einde van deze les weet je:
Hoe teksten zijn opgebouwd;
Hoe je samenhang in een tekst kunt krijgen;
Wat verkennend en globaal lezen is.
Slide 2 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Nieuwsquiz (10 min)
Instructie tekstindeling en samenhang (10 min)
Samen oefenen (10 min)
Zelfstandig werken aan opdrachten voor deze week (20 min)
Slide 3 - Diapositive
Tekstindeling
Inleiding
Middenstuk (kern)
Slot
Slide 4 - Diapositive
Inleiding
De inleiding is het begin van een tekst met als doel:
- het onderwerp van de tekst aankondigen -de lezer nieuwsgierig maken naar het vervolg van de tekst - aanwijzingen geven voor wat er in de rest van de tekst aan bod komt
- 1 of meerdere alinea's
Slide 5 - Diapositive
Inleiding
Een schrijver kan een tekst op meerdere manieren inleiden:
Beschrijven van de aanleiding --> de schrijver beschrijft een gebeurtenis die aanleiding was om de tekst te schrijven
Vragen stellen --> de schrijver stelt vragen die hij in de tekst gaat beantwoorden
Situatieschets --> de schrijver beschrijft een situatie die voor de lezer herkenbaar of interessant is
Omschrijving van een probleem --> de schrijver beschrijft een probleem dat in de tekst centraal staat.
Combinatie van bovenstaande elementen
Slide 6 - Diapositive
Middenstuk (kern)
In het middenstuk (de kern) -deelonderwerpen
-alinea's Bij elk nieuw deelonderwerp een nieuwe alinea.
- tussenkopjes
Slide 7 - Diapositive
Slot
In het slot sluit de schrijver de tekst af
- terugkomen op de inleiding
- antwoord te geven op een vraag die in de inleiding gesteld werd.
1 of meerdere alinea's.
Slide 8 - Diapositive
Slot
Een schrijver kan een tekst op verschillende manieren afsluiten:
Samenvatting --> de schrijver geeft een samenvatting van informatie uit het middenstuk dor de belangrijkste informatie te herhalen
Conclusie --> de schrijver geeft een slotsom of eindoordeel. Je herkent dit vaak door de woorden 'dus' en 'kortom'.
Activeren --> de schrijver wil dat een lezer iets gaat doen, bijvoorbeeld een product kopen
Advies --> de schrijver geeft de lezer advies
Oplossing --> de schrijver geeft een oplossing voor het probleem dat in de tekst is beschreven
Slide 9 - Diapositive
Daarom is het ook goed dat de wet Computercriminaliteit in werking gaat.
Inleiding
Middenstuk
Slot
Het kabinet trekt met Prinsjesdag nog eens de portemonnee voor de nationale veiligheid. Volgend jaar wordt er eenmalig 30 miljoen euro uitgetrokken voor de aanpak van cybercrime.
Dat het vergroten van veiligheid op internet extra geld krijgt, is niet voor niets. Eerder dit jaar waarschuwde de NCTV al dat de ernst en omvang van de digitale dreiging in Nederland aanzienlijk is. Er wordt zelfs gesproken van een continue digitale dreiging voor de nationale veiligheid.
Slide 10 - Question de remorquage
Samenhang
Een schrijver gebruikt woorden en zinnen om samenhang duidelijk te maken
- signaalwoorden--> bijvoorbeeld daarom, omdat, maar, want, enz.
Als je deze tijdens het lezen herkent, begrijp je de tekst beter.
Slide 11 - Diapositive
Samenhang
Signaalwoorden maken duidelijk wat tekstdelen met elkaar te maken hebben. De relatie tussen deze tekstdelen noem je tekstverband.
Slide 12 - Diapositive
Wat is de functie van het signaalwoord 'maar'?
Ik wil graag naar de stad, maar ik heb geen tijd.
A
voorbeeld
B
volgorde
C
tegenstelling
D
voorwaarde
Slide 13 - Quiz
Wat is de functie van 'dus' Ik wil een goed cijfer, dus ik ga hard leren
A
reden
B
verklaring
C
conclusie
D
opsomming
Slide 14 - Quiz
Wat is de functie van 'omdat'? Ik heb een goed cijfer, omdat ik goed geleerd heb.
A
verklaring
B
reden
C
voorbeeld
D
opsomming
Slide 15 - Quiz
Verkennend / globaal lezen
Je let vooral op:
Titel en tussenkopjes;
Tekst in andere kleuren of lettergrootte;
Eventuele afbeeldingen;
Tekstindeling
Je probeert door niet de hele tekst uitgebreid te lezen, wel te kijken wat het onderwerp zal zijn.