Woordenlijst H3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Woordenlijst H3

Wat weet je al?

de smaak te pakken hebben

1. naar mijn mening, vind ik
2. lekker bezig zijn
3. iets heel ergs
4. iets verpest hebben

smakeloos (fig.)

1. niet meteen blij zijn
2. Dat was net op tijd.
3. Het kost veel.
4. niet leuk, niet van goede smaak getuigend

Over smaak valt niet te twisten.

1. geen idee hebben
2. veel duidelijk maken
3. Over verschil in smaak moet men geen ruzie maken.
4. een onfatsoenlijk persoon

smaakmaker

1. iets heel gewoon vinden
2. iemand die bepaalt wat in de mode is
3. grote blijdschap
4. versieren

naar mijn smaak

1. een onfatsoenlijk persoon
2. schatten, waarderen
3. als het erop aankomt
4. naar mijn mening, vind ik

een broertje dood hebben aan iets

1. een hekel hebben aan iets
2. een onaangenaam klusje opknappen
3. Het kost veel.
4. ergens verstand van hebben

niet in goede aarde vallen

1. iets heel ergs
2. ergens verstand van hebben
3. iets niet bestraffen
4. niet leuk gevonden worden

iets de normaalste zaak van de wereld vinden

1. grote blijdschap
2. iets heel gewoon vinden
3. op de goede plaats zijn
4. zeer ervaren

Dat is het hele eieren eten.

1. Zo simpel is het.
2. als het erop aankomt
3. Hij heeft er heel veel trek in.
4. waar iets vandaan komt, oorsprong

met zijn neus in de boter vallen

1. Een ongeluk gebeurt al snel.
2. geen echte kunst, waardeloze rommel
3. op de goede plaats zijn
4. grote blijdschap

niet te vroeg juichen

1. ervandoor gaan
2. niet meteen blij zijn
3. schatten, waarderen
4. Een ongeluk gebeurt al snel.

een doodzonde

1. iets heel ergs
2. De moeilijke beslissing is eindelijk genomen.
3. als het erop aankomt
4. ruzie krijgen met iemand

door de zure appel heen bijten

1. iets verpest hebben
2. tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
3. heel veel
4. een onaangenaam klusje opknappen

de benen nemen

1. ervandoor gaan
2. iets verpest hebben
3. Dat was net op tijd.
4. iets niet bestraffen

een ongelikte beer

1. een onfatsoenlijk persoon
2. Hij heeft er heel veel trek in.
3. iets verpest hebben
4. niet leuk gevonden worden

het wel kunnen schudden

1. lekker bezig zijn
2. grote blijdschap
3. ruzie krijgen met iemand
4. iets verpest hebben

De kogel is door de kerk.

1. Er zijn meer manieren om iets te bereiken.
2. schatten, waarderen
3. De moeilijke beslissing is eindelijk genomen.
4. ergens verstand van hebben

Dat staat als een paal boven water.

1. Dat was net op tijd.
2. Dat is heel duidelijk.
3. heel veel
4. van hoge afkomst, uit een goede familie

Dat was op de valreep.

1. ervandoor gaan
2. Er zijn meer manieren om iets te bereiken.
3. Dat was net op tijd.
4. Het kost veel.

kitsch

1. geen echte kunst, waardeloze rommel
2. schatten, waarderen
3. Het kost veel.
4. lekker bezig zijn

Het water loopt hem in de mond.

1. een onaangenaam klusje opknappen
2. iemand die bepaalt wat in de mode is
3. tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
4. Hij heeft er heel veel trek in.

Vele wegen leiden naar Rome.

1. waar iets vandaan komt, oorsprong
2. Er zijn meer manieren om iets te bereiken.
3. lekker bezig zijn
4. op de goede plaats zijn

herkomst

1. op de goede plaats zijn
2. van hoge afkomst, uit een goede familie
3. iemand die bepaalt wat in de mode is
4. waar iets vandaan komt, oorsprong

extase

1. grote blijdschap
2. veel duidelijk maken
3. schatten, waarderen
4. iets heel gewoon vinden

Er hangt een prijskaartje aan.

1. schatten, waarderen
2. Het kost veel.
3. ervandoor gaan
4. Er zijn meer manieren om iets te bereiken.

te kust en te keur

1. De moeilijke beslissing is eindelijk genomen.
2. iets verpest hebben
4. heel veel

te kust en te keur

1. De moeilijke beslissing is eindelijk genomen.
2. iets verpest hebben
3. van hoge afkomst, uit een goede familie
4. heel veel

taxeren

1. schatten, waarderen
2. Het kost veel.
3. niet leuk, niet van goede smaak getuigend
4. ergens verstand van hebben

decoreren

1. veel duidelijk maken
2. Dat was net op tijd.
3. zeer ervaren
4. versieren

van stand

1. ergens verstand van hebben
2. van hoge afkomst, uit een goede familie
3. een onfatsoenlijk persoon
4. waar iets vandaan komt, oorsprong

door de wol geverfd

1. zeer ervaren
2. Over verschil in smaak moet men geen ruzie maken.
3. geen echte kunst, waardeloze rommel
4. geen idee hebben

in het duister tasten

1. ergens verstand van hebben
2. geen idee hebben
3. veel duidelijk maken
4. een onaangenaam klusje opknappen

ergens kaas van gegeten hebben

1. ergens verstand van hebben
2. Hij heeft er heel veel trek in.
3. niet leuk, niet van goede smaak getuigend
4. Zo simpel is het.

weerleggen

1. veel duidelijk maken
2. ervandoor gaan
3. tegenspreken, aantonen dat iets niet waar is
4. op de goede plaats zijn

als puntje bij paaltje komt

1. iets verpest hebben
2. Dat was net op tijd.
3. Er zijn meer manieren om iets te bereiken.
4. als het erop aankomt

Een ongeluk zit in een klein hoekje.

1. Een ongeluk gebeurt al snel.
2. waar iets vandaan komt, oorsprong
3. De moeilijke beslissing is eindelijk genomen.
4. op de goede plaats zijn

boekdelen spreken

1. ergens verstand van hebben
2. veel duidelijk maken
3. Dat is heel duidelijk.
4. niet meteen blij zijn

iets door de vingers zien

1. ervandoor gaan
2. Dat was net op tijd.
3. Zo simpel is het.
4. iets niet bestraffen