Fictie: les 5 (verhaallijnen)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ... je leert verschillende verhaallijnen herkennen.

Wat weet je nog?

• Uit welke drie onderdelen bestaat de setting?

• Wat kan de schrijver doen met de volgorde van een verhaal?

Verhaallijnen

Een verhaallijn bestaat uit:

• begin
• verloop 
• einde 

In een verhaal kunnen meerdere verhaallijnen zitten.  Een verhaallijn beschrijft alles wat een personage allemaal meemaakt. Als er meerdere verhaallijnen zijn, weet je dus van meerdere personages wat ze meemaken. 

Verschillende verhaallijnen

Zo herken je verschillende verhaallijnen in een verhaal:

•  Het verhaal heeft meerdere hoofdpersonen die elk hun eigen perspectief hebben (dat kan een ik-perspectief zijn, maar ook een hij/zij-perspectief)
  

• Het verhaal speelt zich (vaak) af in verschillende tijden
  

• Het verhaal speelt zich (vaak) af op verschillende plaatsen

Afkappen van de verhaallijn

Afkappen van de verhaallijn noem je een cliffhanger. 

Het verhaal stopt wanneer de spanning het grootst is. De schrijver kan dit doen door het hoofdstuk op het spannendste moment te laten eindigen. 

==> Meer daarover in de volgende paragraaf

Zelf aan de slag

Maken Cursus 3,  par. 3, opdr. 1.

Dit is huiswerk voor vrijdag a.s. (staat in SOM).

Ben je klaar?

1. Huiswerk ander vak afmaken.

2. Lezen in je leesboek.

3. Leren voor een toets.

Aan het werk

Optie A Huiswerkopdracht	Optie B Huiswerkopdracht	Optie C Lezen in je boek
(Af)maken: Cursus 3 Fictie, §1 Setting en sfeer. Opdracht 2 en 3 op blz. 63-65.	Maken: Cursus 3 Fictie §2 Perspectief. Opdracht 1 op blz. 66.	Lees verder in je boek!

Hieronder staan drie opties. Kies zelf met welke je wil beginnen. We werken zelfstandig en in stilte.

Wat kan een schrijver doen met de volgorde van een verhaal?

Zelf aan de slag

Maak Cursus 5, par. 12, opdr. 1 t/m 6.

Ben je klaar?

1. Huiswerk ander vak afmaken.

2. Lezen in je leesboek.

3. Leren toets ander vak.

Lesdoelen: behaald?

- Kun je het bijwoord herkennen en benoemen?

- Met welk woordsoort/welke woordsoorten wil je nog oefenen?

Realistische of niet realistische fictie?