De Nederlandse Verzorgingsstaat: Wat is het en hoe werkt het?

De Nederlandse Verzorgingsstaat: Wat is het en hoe werkt het?

Leerdoel

Aan het einde van de les weten de leerlingen waarom Nederland een verzorgingsstaat is, en kunnen ze het verschil uitleggen tussen werknemersverzekering en volksverzekering.

Wat weet jij al over de Nederlandse verzorgingsstaat?

De Nederlandse Verzorgingsstaat

Nederland is een verzorgingsstaat, wat betekent dat de overheid zorgt voor het welzijn van haar burgers, bijvoorbeeld op het gebied van gezondheidszorg en sociale zekerheid.

Sociale Zekerheid

Sociale zekerheid omvat voorzieningen zoals uitkeringen bij werkloosheid, ziekte, en AOW (Algemene Ouderdomswet) voor ouderen.

Werknemersverzekering

Dit is een verzekering voor werknemers die bijdragen aan de sociale zekerheid, bijvoorbeeld via premies voor de WW (Werkloosheidswet).

Volksverzekering

Dit is een verzekering voor alle burgers die bijdraagt aan sociale zekerheid, bijvoorbeeld via premies voor de AOW.

Verschil tussen Werknemersverzekering en Volksverzekering

Het verschil ligt in wie erbij betrokken is: werknemersverzekering geldt alleen voor werkenden, terwijl volksverzekering voor alle burgers geldt.

Werknemersverzekering Praktijkvoorbeeld

Voorbeeld: Als je werkt en premies betaalt voor de WW, kun je aanspraak maken op WW-uitkering als je werkloos wordt.

Volksverzekering Praktijkvoorbeeld

Voorbeeld: Iedereen die in Nederland woont of werkt, betaalt premie voor de AOW en heeft recht op AOW-uitkering vanaf de AOW-leeftijd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.